Artikel 17 Bevoegdheden van de autoriteiten van de lidstaat van ontvangst en samenwerking op het gebied van toezicht op geconsolideerde basis

De in de toepasselijke Uniewetgeving vastgestelde procedures voor kredietinstellingen die op het grondgebied van een andere lidstaat een bijkantoor wensen te vestigen of in het kader van het vrij verrichten van diensten hun werkzaamheden wensen uit te oefenen op het grondgebied van een andere lidstaat, alsmede de aan die procedures gerelateerde bevoegdheden van de lidstaten van herkomst en van ontvangst, zijn tussen deelnemende lidstaten uitsluitend van toepassing voor het vervullen van taken die niet bij artikel 4 aan de ECB zijn opgedragen.

De in de toepasselijke Uniewetgeving vastgestelde bepalingen betreffende samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten van de verschillende lidstaten op het gebied van het houden van toezicht op geconsolideerde basis, zijn niet van toepassing voor zover de ECB als enige de bevoegde autoriteit is.

Bij het vervullen van haar taken als bedoeld in de artikelen 4 en 5 eerbiedigt de ECB een billijk evenwicht tussen alle deelnemende lidstaten overeenkomstig artikel 6, lid 8, en eerbiedigt zij tevens ten aanzien van niet-deelnemende lidstaten het in het toepasselijke Unierecht verankerde evenwicht tussen de lidstaten van ontvangst en de lidstaten van herkomst.