RO 2023/37
Heeft de OK de schadeloosstelling voor de onteigening van effecten uitgegeven door SNS-vennootschappen en voor de onteigening van vorderingen op deze vennootschappen juist vastgesteld?
HR 21-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:649
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 april 2023
- Magistraten
Mrs. C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons
- Zaaknummer
21/02048
- Conclusie
A-G mr. B.F. Assink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS706545:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Onteigeningsrecht / Schadeloosstelling
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:649, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑04‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:683, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 08‑07‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑05‑2021
- Wetingang
Essentie
Vaststelling schadeloosstelling. Onteigening effecten en vermogensbestanddelen.
Heeft de OK de schadeloosstelling voor de onteigening van effecten uitgegeven door SNS-vennootschappen en voor de onteigening van vorderingen op deze vennootschappen juist vastgesteld?
Samenvatting
In deze zaak gaat het om de schadeloosstelling voor de onteigening van effecten uitgegeven door SNS Reaal N.V. (hierna: SNS Reaal) en SNS Bank NV (hierna: SNS Bank), evenals vorderingen op deze vennootschappen. Op 1 februari is dit onteigeningsbesluit door de Minister van Financiën (hierna: de Minister) genomen. Op 4 maart 2013 bood de Minister de gerechtigden van de genoemde effecten en vermogensbestanddelen een schadeloosstelling aan op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.