Ne bis in idem-beginsel. Verduidelijking toetsingsmaatstaf.

Documentgegevens:

HR 01-02-2011, ECLI:NL:HR:2011:BM9102, m.nt. O.J.D.M.L. Jansen (hetzelfde feit)

Instantie: Hoge Raad
Datum: 1 februari 2011
Magistraten: Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, W.F. Groos, M.A. Loth
Zaaknummer: S 08/03371
Noot: O.J.D.M.L. Jansen
LJN: BM9102
Roepnaam: hetzelfde feit
JCDI: JCDI:ADS909616:1
Vakgebied(en): Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Bestuursprocesrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2011:BM9102, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑02‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑05‑2009
Wetingang: Awb art. 5:43, 5:44; Sr art. 68; Sv art. 313, 255a, 257e, 354a; Uitvoeringsovereenkomst van Schengen art. 54; Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie art. 50; Zevende Protocol EVRM art. 4

Essentie

Samenvatting

De Hoge Raad verduidelijkt de door hem ontwikkelde toetsingsmaatstaf zonder inhoudelijke verandering te beogen. Een dergelijke inhoudelijke verandering is gelet op de Europese rechtspraak volgens de Hoge Raad ook niet nodig. Bij de beoordeling van de vraag of sprake is van ‘hetzelfde feit’, dient de rechter de verwijten te vergelijken. Daarbij dienen de volgende gegevens als relevante vergelijkingsfactoren te worden betrokken.

A.: De juridische aard van de feiten.
Indien de tenlastegelegde feiten niet onder dezelfde delictsomschrijving vallen, kan de mate van verschil tussen de strafbare feiten van belang zijn, in het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.