CBb, 14-07-2006, nr. AWB 05/755: Warenwet boete

Documentgegevens:

CBb 14-07-2006, ECLI:NL:CBB:2006:AZ3819, m.nt. O.J.D.M.L. Jansen (Warenwet boete)

Instantie: College van Beroep voor het bedrijfsleven
Datum: 14 juli 2006
Magistraten: Mr. J.L.W. Aerts
Zaaknummer: AWB 05/755
Noot: O.J.D.M.L. Jansen
LJN: AZ3819
Roepnaam: Warenwet boete
JCDI: JCDI:ADS859731:1
Vakgebied(en): Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Bestuursrecht algemeen (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:CBB:2006:AZ3819, Uitspraak, College van Beroep voor het bedrijfsleven, 14‑07‑2006
Wetingang: Warenwet art. 32a; Warenwetbesluit bereiding en behandeling van levensmiddelen art. 2; Warenwetregeling Hygiëne van levensmiddelen art. 6, 7, 14, 15; Sv art. 152, 344; Awb art. 5.0.8, 5.4.1.4, 5.4.1.7, 5.4.2.1

Essentie

Levensmiddelenbestuursrecht; bewijswaarde proces-verbaal; ne bis in idem; samenloop; evenredigheidsbeginsel; vertrouwensbeginsel.

Samenvatting

In beginsel dient van de juistheid van een op ambtseed opgemaakt proces-verbaal te worden uitgegaan. Er is geen reden om aan de juistheid daarvan te twijfelen. De in het Besluit en in de Regeling vastgestelde normen dienen een redelijk doel, te weten de bescherming van de volksgezondheid. De eisen die aan bedrijfsruimten worden gesteld, zijn algemeen geldend. Appellant kan niet worden gevolgd in zijn opvatting dat voor zijn bedrijfsruimte afwijkende normen zouden moeten gelden, waarbij rekening zou moeten worden gehouden met de aard van zijn bedrijf en de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.