AB 2007, 279
CBb, 07-06-2007, nr. AWB 06/476
CBb 07-06-2007, ECLI:NL:CBB:2007:BA7443, m.nt. O.J.D.M.L. Jansen
- Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Datum
7 juni 2007
- Magistraten
Mrs. M.A. van der Ham, A.J.C. de Moor-van Vugt, J. Borgesius
- Zaaknummer
AWB 06/476
- Noot
O.J.D.M.L. Jansen
- LJN
BA7443
- JCDI
JCDI:ADS859815:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:CBB:2007:BA7443, Uitspraak, College van Beroep voor het bedrijfsleven, 07‑06‑2007
- Wetingang
Awb art. 3:4 eerste en tweede lid, 5.4.1.7; Wet toezicht effectenverkeer 1995 art. 3 eerste lid, 48c, 48d ; Wet financieel toezicht art. 1:1, 1:80; Invoerings- en aanpassingswet Wft art. 6; Sr. art. 1 tweede lid, 24
Essentie
Financieel bestuursrecht; effect; meest gunstige bepaling; bestuurlijke boete; uitlokking; tallon-criterium; evenredigheidsbeginsel; draagkracht overtreder.
Samenvatting
AFM heeft in redelijkheid kunnen besluiten van de boetebevoegdheid gebruik te maken. De omstandigheid dat in artikel 48d, eerste en tweede lid, Wet 1995 is voorgeschreven dat het bedrag van de boete wordt bepaald door de bijlage bij die wet, staat er niet aan in de weg dat de evenredigheid binnen het bepaalde in het vierde lid van artikel 48d Wte 1995, ondanks de toelichting op dat artikellid, volledig wordt getoetst.
In aanvulling op die uitspraak voegt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.