RvdW 2013/1301
Ontvankelijkheid OM na vervolgingsbeslissing genomen door politieparketsecretaris.
HR 15-10-2013, ECLI:NL:HR:2013:947
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 oktober 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, V. van den Brink
- Zaaknummer
11/04798
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Juridische beroepen (V)
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:947, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑10‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:960, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑09‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑07‑2012
- Wetingang
Art. 126 (oud) RO; art. 167 lid 1 Sv
Essentie
Het hof heeft het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard nu de vervolgingsbeslissing van de politieparketsecretaris een delict betreft dat is begaan tegen een ‘directe collega’ van de politieparketsecretaris tijdens en in verband met de werkzaamheden van die collega, omdat met de uitoefening van de aan de politieparketsecretaris gemandateerde vervolgingsbevoegdheid ‘in dit geval in onvoldoende mate wordt voorkomen dat een schijn van belangenverstrengeling wordt gewekt’ en dat ‘onder die omstandigheid (...) het gebruik van deze bevoegdheid (...) in strijd [is] met de beginselen van een behoorlijke procesorde’. Aangezien slechts in uitzonderlijke gevallen plaats is voor een niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.