NJB 2019/16:Prejudiciële procedure. Ondertoezichtstelling. Gecertificeerde instelling. Bevoegdheden. Contactbeperkende maatregelen. De Hoge Raad beantwoordt prejudiciële vragen over de bevoegdheden van de gecertificeerde instelling in geval van ondertoezichtstelling van een minderjarige. Hoge Raad: Vraag 1. Buiten het geval van uithuisplaatsing dient de gecertificeerde instelling zich steeds tot de kinderrechter te wenden wanneer zij voor de duur van de ondertoezichtstelling contactbeperkende maatregelen in het belang van de minderjarige noodzakelijk acht. Vragen 3 en 4. De gecertificeerde instelling is niet bevoegd om door middel van het geven van een schriftelijke aanwijzing een beschikking van de rechter inzake omgang opzij te zetten. Vraag 2. Indien sprake is van uithuisplaatsing, kan de gecertificeerde instelling alleen dan gebruikmaken van de bevoegdheid tot het beperken van de contacten tussen een met het gezag belaste ouder en de minderjarige, indien niet eerder bij een rechterlijke uitspraak een omgangsregeling is vastgesteld. Vraag 5. Beslist de kinderrechter met spoed voorlopig op een schorsingsverzoek zonder de belanghebbenden te hebben gehoord, dan dient hij die beslissing, eventueel na een verzoek tot vervroegde mondelinge behandeling, zo nodig te heroverwegen of nader te motiveren mede in het licht van hetgeen de belanghebbenden in dat verband aanvoeren