NJ 2011/182
Aan zijn waakzaamheid toevertrouwd ook als ouders niet wisten dat de minderjarige bij de dader was.
HR 12-04-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP4394
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 april 2011
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, W.M.E. Thomassen, M.A. Loth
- Zaaknummer
09/02061
- Conclusie
A-G Silvis
- LJN
BP4394
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP4394, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑04‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP4394, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑02‑2011
- Wetingang
Sr art. 249
Essentie
Van ‘aan zijn waakzaamheid toevertrouwd’ als bedoeld in art. 249 Sr kan ook sprake kan zijn indien de ouder(s) van de minderjarige geen wetenschap hadden van de aanwezigheid van de minderjarige bij de dader dan wel indien de ouders voor die aanwezigheid geen uitdrukkelijke toestemming hebben verleend.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof te A. van 6 mei 2009, nummer 21/001325-07, in de strafzaak tegen: E. Adv. mr. G. Spong, te Amsterdam.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddel:
(zie 4.1.; red.)