AB 2008, 4
ABRvS, 05-09-2007, nr. 200608727/1
ABRvS 05-09-2007, ECLI:NL:RVS:2007:BB2906, m.nt. B.W.N. de Waard
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
5 september 2007
- Magistraten
Mrs. B. van Wagtendonk, M.G.J. Parkins-de Vin, P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
- Zaaknummer
200608727/1
- Noot
B.W.N. de Waard
- LJN
BB2906
- JCDI
JCDI:ADS859757:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Vreemdelingenrecht / Bijzondere onderwerpen
Arbeidsrecht / Arbeidsmarktbeleid en -bemiddeling
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2007:BB2906, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 05‑09‑2007
- Wetingang
Awb art. 1:2 lid 1; EVRM art. 6 lid 1; Wet arbeid vreemdelingen art. 6 lid 1
Essentie
Afgeleid belang? Afgewezen aanvraag tewerkstellingsvergunning. Werkgever en aspirant-werknemer beiden rechtstreeks belanghebbend.
Samenvatting
De Afdeling is thans, gezien het vorenstaande en gelet op de arresten van het EHRM in de zaak Jurisic en Collegium Mehrerau tegen Oostenrijk en in de zaak Coorplan-Jenni GmbH en Hascic tegen Oostenrijk, van oordeel dat onder deze omstandigheden het belang van de desbetreffende vreemdeling ten behoeve van wie een tewerkstellingsvergunning is aangevraagd op één lijn is te stellen met dat van de aanvragende werkgever, zodat ook die vreemdeling als belanghebbende bij het op een zodanige aanvraag te nemen besluit dient te worden aangemerkt. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.