NJ 2008, 573
HvJ EG, 01-07-2008, nr. C-39/05 P, nr. C-52/05 P
HvJ EG 01-07-2008, ECLI:EU:C:2008:374, m.nt. M.R. Mok
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
1 juli 2008
- Magistraten
V. Skouris, P. Jann, C.W.A. Timmermans, A. Rosas, K. Lenaerts, A. Tizzano, G. Arestis, U. Lõhmus, K. Schiemann, A. Borg Barthet, M. Ilešič, J. Malenovský, J. Klučka
- Zaaknummer
C-39/05 P
C-52/05 P
- Conclusie
A-G M. Poiares Maduro)
- Noot
M.R. Mok
- LJN
BF0162
- JCDI
JCDI:ADS125967:1
- Vakgebied(en)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2008:374, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 01‑07‑2008
- Wetingang
Essentie
Verzoeken om hogere voorziening, ingesteld op 31 januari respectievelijk 4 februari 2005.
Toegang tot documenten van instellingen. Juridische adviezen.
Samenvatting
Het risico dat bij de Europese burgers twijfel rijst aan de rechtmatigheid van een door de communautaire wetgever aangenomen wetgevingshandeling, doordat de juridische dienst van de Raad inzake die handeling een negatief advies heeft gegeven, zou in de meeste gevallen geen werkelijkheid worden indien de motivering van die handeling in die zin werd verbeterd dat daarin duidelijk de redenen worden uiteengezet waarom dit negatief advies niet is gevolgd.
Vastgesteld moet dus worden dat een algemeen en abstract beroep ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.