NJ 2008, 256
HvJ EG, 18-12-2007, nr. C-101/05
HvJ EG 18-12-2007, ECLI:EU:C:2007:804
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
18 december 2007
- Magistraten
V. Skouris, P. Jann, C. W. A. Timmermans, A. Rosas, K. Lenaerts, A. Tizzano, R. Schintgen, J. N. Cunha Rodrigues, R. Silva de Lapuerta, J. Malenovský, T. von Danwitz, A. Arabadjiev, C. Toader
- Zaaknummer
C-101/05
- Conclusie
A-G Y. Bot
- LJN
BC3212
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2007:804, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 18‑12‑2007
ECLI:EU:C:2007:493, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 11‑09‑2007
- Wetingang
EG-Verdrag art. 56-58
Essentie
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door Regeringsrätten (Zweden) bij beslissing van 15 oktober 2004.
Beperking van kapitaalverkeer tussen lidstaten en derde landen. Belasting op kapitaalopbrengsten. Dividenden ontvangen van in lidstaat van EER resp. in derde land gevestigde vennootschap. Vrijstelling afhankelijk van bestaan van belastingverdrag dat voorziet in informatie uitwisseling. Doeltreffendheid van fiscale controles.
Samenvatting
De artikelen 56 en 58 EG-Verdrag moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich niet verzetten tegen de wettelijke regeling van een lidstaat krachtens welke de vrijstelling van inkomstenbelasting over dividenden die worden uitgekeerd in de vorm van aandelen in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.