NJB 2022/1449
Toepassing getuigenarresten post-Keskin (HR 20 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:576): terechte klacht over de afwijzing door het hof van verzoeken tot het horen van een getuige leidt in casu echter niet tot cassatie. Daartoe is onder meer van belang dat de feiten en omstandigheden die in de verklaring van de getuige naar voren komen, grotendeels ook volgen uit andere door het hof gebruikte bewijsmiddelen. De Hoge Raad concludeert dat ook wanneer de getuigenverklaring als bewijsmiddel wordt weggedacht, de bewezenverklaring zonder meer toereikend is gemotiveerd en dat de verdachte onvoldoende belang heeft bij de klachten van het cassatiemiddel. A-G: anders.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 juni 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers
- Zaaknummer
20/02140
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1567, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑11‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:801, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑09‑2022
ECLI:NL:HR:2022:801, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑06‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:333, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑04‑2022
- Wetingang
(art. 6 EVRM)
Essentie
Toepassing getuigenarresten post-Keskin (HR 20 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:576): terechte klacht over de afwijzing door het hof van verzoeken tot het horen van een getuige leidt in casu echter niet tot cassatie. Daartoe is onder meer van belang dat de feiten en omstandigheden die in de verklaring van de getuige naar voren komen, grotendeels ook volgen uit andere door het hof gebruikte bewijsmiddelen. De Hoge Raad concludeert dat ook wanneer de getuigenverklaring als bewijsmiddel wordt weggedacht, de bewezenverklaring zonder meer toereikend is gemotiveerd en dat de verdachte onvoldoende belang heeft bij de klachten van het cassatiemiddel. A-G: anders. ...