Einde inhoudsopgave
Richtlijn 91/674/EEG betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen
Artikel 61
Geldend
Geldend vanaf 23-12-1991
- Bronpublicatie:
19-12-1991, PbEG 1991, L 374 (uitgifte: 31-12-1991, regelingnummer: 91/674/EEG)
- Inwerkingtreding
23-12-1991
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-1991, PbEG 1991, L 374 (uitgifte: 31-12-1991, regelingnummer: 91/674/EEG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
1.
In afwachting van een latere coördinatie kunnen de Lid-Staten eisen of toestaan dat de hierna omschreven methoden worden toegepast, indien, wegens de aard van de betrokken verzekeringsbranche of verzekeringssoort, de gegevens betreffende te ontvangen premies en/of te betalen schaden voor het tekenjaar op het moment van het opstellen van de jaarrekening onvoldoende zijn om nauwkeurige ramingen te kunnen maken.
Methode 1
Het overschot van de geboekte premies ten opzichte van de betaalde schaden en kosten uit hoofde van overeenkomsten die in het tekenjaar een aanvang nemen, vormt een technische voorziening, welke in passiefpost C 3 van de balans wordt opgenomen. Deze voorziening kan ook als een percentage van de geboekte premies worden berekend, indien deze methode gezien de aard van het verzekerde risico geschikt is. Het bedrag van deze technische voorziening wordt, zodra dat nodig blijkt, zodanig verhoogd dat het toereikend is om aan de huidige en toekomstige verplichtingen te voldoen. De aan de hand van deze methode gevormde technische voorziening wordt, zodra voldoende gegevens verzameld zijn en uiterlijk aan het einde van het derde jaar dat volgt op het tekenjaar, vervangen door een op de gebruikelijke wijze geraamde voorziening voor te betalen schaden.
Methode 2
De in de gehele technische rekening of onder sommige posten ervan vermelde cijfers hebben betrekking op een jaar dat het boekjaar geheel of gedeeltelijk voorafgaat. Dit jaar mag het boekjaar niet meer dan twaalf maanden voorafgaan. Het bedrag van de in de jaarrekening vermelde technische voorzieningen wordt, zo nodig, zodanig verhoogd dat het toereikend is om aan de huidige en toekomstige verplichtingen te voldoen.
2.
Wanneer één van de in lid 1 omschreven methoden is gekozen, wordt zij tijdens de volgende jaren stelselmatig toegepast, tenzij bepaalde omstandigheden een verandering rechtvaardigen. Het gebruik van elk van de onderhavige methoden wordt in de toelichting vermeld en met redenen omkleed; bij verandering van de gehanteerde methode wordt in de toelichting vermeld wat de invloed daarvan is op het vermogen, de financiële positie en het resultaat. Wanneer methode 1 wordt toegepast, wordt in de toelichting vermeld hoelang het zal duren alvorens een voorziening voor te betalen schaden op de gebruikelijke grondslag is gevormd. Wanneer methode 2 wordt toegepast, worden de tijdsruimte tussen het boekjaar en het voorafgaande jaar waarop de cijfers betrekking hebben, alsmede de omvang van de betrokken transacties in de toelichting vermeld.
3.
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder tekenjaar verstaan het boekjaar waarin de overeenkomsten van de betrokken verzekeringsbranche of verzekeringssoort ingaan.