Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 1107/2006 inzake de rechten van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit die per luchtvervoer reizen
Artikel 6 Doorzenden van informatie
Geldend
Geldend vanaf 15-08-2006
- Bronpublicatie:
05-07-2006, PbEU 2006, L 204 (uitgifte: 26-07-2006, regelingnummer: 1107/2006)
- Inwerkingtreding
15-08-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-07-2006, PbEU 2006, L 204 (uitgifte: 26-07-2006, regelingnummer: 1107/2006)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
De luchtvaartmaatschappijen, agenten van luchtvaartmaatschappijen en touroperators nemen alle maatregelen die nodig zijn om op alle verkooppunten op het grondgebied van een lidstaat waarop het Verdrag van toepassing is, met inbegrip van verkoop via telefoon en internet, kennisgevingen van behoefte aan bijstand van gehandicapten of personen met beperkte mobiliteit te ontvangen.
2.
Als een luchtvaartmaatschappij, de agent van een luchtvaartmaatschappij of een touroperator uiterlijk 48 uur vóór de aangekondigde vertrektijd van de vlucht een kennisgeving van behoefte aan bijstand ontvangt, zendt zij/hij de betrokken informatie uiterlijk 36 uur voor de aangekondigde vertrektijd van de vlucht door:
- a)
naar de beheersorganen van de luchthavens van vertrek, aankomst en doorreis, en
- b)
naar de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, als de boeking niet bij deze maatschappij is gedaan, tenzij de identiteit van de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert niet bekend is op het tijdstip van kennisgeving, in welk geval de informatie zo snel mogelijk wordt doorgezonden.
3.
In alle andere dan de in lid 2 genoemde gevallen zendt de luchtvaartmaatschappij, de agent van de luchtvaartmaatschappij of de touroperator de informatie zo spoedig mogelijk door.
4.
Zo spoedig mogelijk na het vertrek van de vlucht brengt de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert het beheersorgaan van de luchthaven van bestemming, voorzover deze gelegen is op het grondgebied van een lidstaat waarop het Verdrag van toepassing is, op de hoogte van het aantal gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit op die vlucht die de in bijlage I vermelde bijstand nodig hebben, en van de aard van die bijstand.