Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling Meststoffenwet
Artikel 121c
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2014
- Bronpublicatie:
19-12-2013, Stcrt. 2013, 35070 (uitgifte: 20-12-2013, regelingnummer: WJZ/13209552)
- Inwerkingtreding
01-01-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2013, Stcrt. 2013, 35070 (uitgifte: 20-12-2013, regelingnummer: WJZ/13209552)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Milieurecht / Bodem
1.
De nitraat-, stikstof- en fosfaatconcentratie in het grondwater wordt gemeten door op landbouwbedrijven monsters te nemen van:
- a.
de bovenste meter van het grondwater, indien het grondwater zich op minder dan 5 meter onder het maaiveld bevindt;
- b.
het bodemvocht dat zich in de onverzadigde zone onder de wortelzone tussen 1,5 en 3 meter onder het maaiveld bevindt, indien het grondwater zich dieper dan 5 meter onder het maaiveld bevindt; of
- c.
het overtollige drainagewater dat uitspoelt uit de wortelzone, indien het drainagewater wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater via drainagebuizen of greppels.
2.
De resultaten van de metingen kunnen worden gecorrigeerd voor de invloed van omgevingsfactoren, zoals neerslagoverschot en veranderingen van de grondwaterstand, en veranderingen in de steekproef, zoals verandering in het aantal bedrijven, bedrijfstypen en grondsoort.