V-N 2014/15.5
Aanhouding in verband met prejudiciële vragen in vergelijkbare zaak. Schriftelijke kennisgeving vereist om redelijke termijn te verlengen
HR 21-03-2014, ECLI:NL:HR:2014:636, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws (redelijke termijn belastingrecht)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 maart 2014
- Magistraten
Schaap, Fierstra, Koopman, Groeneveld, Wortel
- Zaaknummer
13/00478
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Roepnaam
redelijke termijn belastingrecht
- JCDI
JCDI:ADS917390:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑03‑2014
ECLI:NL:HR:2014:636, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑03‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑01‑2013
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat bij de beoordeling van de overschrijding van de redelijke termijn de tijd die gemoeid is geweest met het afwachten van een prejudiciële beslissing in een vergelijkbare zaak, alleen buiten beschouwing blijft wanneer de aanhoudende rechter partijen schriftelijk in kennis stelt van de aanhouding
Samenvatting
X is het niet eens met een groot aantal navorderingsaanslagen IB/PVV en VB. In de procedure bij het hof is enkel nog in geschil of X recht heeft op een schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn voor geschillenbeslechting. Hof ’s-Hertogenbosch kent X een vergoeding toe van € 3000. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.