Prg. 2020/287
Uitleg art. 33 lid 1 onder a Invorderingswet 1990. Ook een gewezen bestuurder van een VOF blijft hoofdelijk verbonden voor belastingschulden van die VOF van voor haar ontbinding.
HR 25-09-2020, ECLI:NL:HR:2020:1502
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 september 2020
- Magistraten
Mrs. R.J. Koopman, E.N. Punt, P.M.F. van Loon, L.F. van Kalmthout, M.E. van Hilten
- Zaaknummer
18/02732
- Conclusie
A-G mr. C.M. Ettema
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS242641:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Ondernemingsrecht / Personenvennootschappen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1502, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑09‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:549, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑05‑2020
- Wetingang
Art. 6:162 BW; art. 17, 18 WvK; art. 33 Invorderingswet 1990
Essentie
Verbintenissenrecht. Is gewezen bestuurder van V.O.F. hoofdelijk aansprakelijk voor belastingschulden van V.O.F.?
Ja. Gewezen V.O.F.-bestuurder valt ook onder reikwijdte van art. 33 Invorderingswet 1990.
Samenvatting
De V.O.F. is in 2000 ontbonden. Na een belastingcontrole is een naheffingsaanslag opgelegd van ruim € 1 miljoen BTW over de periode van voor de ontbinding. De belastingdienst heeft een gewezen vennoot hoofdelijk aansprakelijk gesteld en de vraag in cassatie is of dat mogelijk is. Meer in het bijzonder gaat het om de reikwijdte van art. 33 lid 1 onder a IW 1990.
De Hoge Raad overweegt dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.