JWB 2015/25
Internationaal privaatrecht, procesrecht, internationale bevoegdheid, vermogensschade, plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan
HR 09-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:36
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 januari 2015
- Zaaknummer
13/03881
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2358, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑09‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:516, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑06‑2017
ECLI:NL:HR:2015:36, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑01‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:1848, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑10‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑11‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑04‑2013
- Wetingang
Art. 5 sub 3 EEX-Verordening (Vo. 44/2001), art. 6 sub e Rv
Essentie
Internationaal privaatrecht, procesrecht, internationale bevoegdheid, vermogensschade, plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan
Samenvatting
Casus
Tussen de zustervennootschap van de eiseres tot cassatie en derden is een overeenkomst tot stand gekomen ingevolge waarvan de groep waartoe de eiseres tot cassatie en haar zustervennootschap behoren, 70% van de aandelen in een vennootschap naar Tsjechisch recht van de derden zou kopen, met een optie voor de overige 30%. Ook is overeengekomen dat de eiseres tot cassatie de aandelen zou ontvangen. De berekening van de koopprijs van de aandelen is in een aandelenoptieovereenkomst vastgesteld die opgesteld was door een in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.