RSV 2007, 133
EHRM, 29-03-2006, nr. 62361/00
EHRM 29-03-2006, ECLI:NL:XX:2006:AX7382, m.nt. M. van Everdingen
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens (Grote kamer)
- Datum
29 maart 2006
- Magistraten
L. Wildhaber, C.L. Rozakis, J.-P. Costa, Sir Nicolas Bratza, B.M. Zupančič, L. Caflisch, C. Bîrsan, K. Jungwiert, M. Pellonpää, M. Tsatsa-Nikolovska, R. Maruste, S. Pavlovschi, L. Garlicki, A. Gyulumyan, E. Myjer, S.E. Jebens, L. Ferrari Bravo; arrest Pizzati (uittreksel)
- Zaaknummer
62361/00
- Noot
M. van Everdingen
- LJN
AX7382
- JCDI
JCDI:ADS660199:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Sociale zekerheid algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2006:AX7382, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens (Grote kamer), 29‑03‑2006
- Wetingang
Essentie
Uitputting van nationale rechtsmiddelen, slachtoffer, vergoeding immateriële schade wegens schending van de redelijke termijn
Samenvatting
Artikel 35 EVRM vereist uitputting van de nationale rechtsmiddelen die verband houden met de aangevoerde inbreuken en die tegelijkertijd beschikbaar en voldoende zijn. Deze rechtsmiddelen moeten niet alleen in theorie maar ook in de praktijk bestaan. Het Italiaanse Hof van Cassatie heeft bij beslissing van 26 juli 2004 bepaald dat de Italiaanse schadevergoedingen in geval van een overschrijding van de redelijke termijn niet te veel mogen afwijken van de vergoedingen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.