Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2011/7/EU betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties
Artikel 10 Invorderingsprocedures voor onbetwiste schulden
Geldend
Geldend vanaf 15-03-2011
- Bronpublicatie:
16-02-2011, PbEU 2011, L 48 (uitgifte: 23-02-2011, regelingnummer: 2011/7/EU)
- Inwerkingtreding
15-03-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-02-2011, PbEU 2011, L 48 (uitgifte: 23-02-2011, regelingnummer: 2011/7/EU)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
De lidstaten zorgen ervoor dat, via een spoed- of andere procedure en ongeacht het bedrag van de schuld, doorgaans binnen een periode van 90 kalenderdagen na de instelling bij de rechter of een andere bevoegde autoriteit van de vordering of het verzoek van de schuldeiser, een executoriale titel kan worden verkregen wanneer de schuld of aspecten van de procedure niet worden betwist. De lidstaten kwijten zich van deze verplichting overeenkomstig hun respectieve nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen.
2.
Nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen leggen dezelfde voorwaarden op aan alle schuldeisers die gevestigd zijn in de Unie.
3.
Bij de berekening van de in lid 1 bedoelde periode wordt geen rekening gehouden met het volgende:
- a)
de termijnen voor betekening en kennisgeving van documenten;
- b)
de vertraging die te wijten is aan de schuldeiser, bijvoorbeeld als gevolg van het corrigeren van verzoeken.
4.
Dit artikel laat de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1896/2006 onverlet.