NJF 2007, 553
Rb. Rotterdam, 18-07-2007, nr. 256848 / HA ZA 06-681
Rb. Rotterdam 18-07-2007, ECLI:NL:RBROT:2007:BB1175
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
18 juli 2007
- Magistraten
Mr. M. Hoendervoogt
- Zaaknummer
256848 / HA ZA 06-681
- LJN
BB1175
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBROT:2007:BB1175, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 18‑07‑2007
- Wetingang
BW art. 6:162; Rv art. 237
Essentie
Procesrecht. Rechtbank oordeelt dat sprake is van onrechtmatig procederen, maar kent niet de in reconventie gevorderde integrale proceskostenveroordeling toe.
Samenvatting
Het ten onrechte in rechte betrekken van iemand is slechts bij uitzondering onrechtmatig. Die uitzondering doet zich hier voor. Eisers spreken gedaagde aan op grond van een overeenkomst van borgtocht. Eisers wisten evenwel van meet af aan dat de handtekening onder de akte van borgtocht niet van gedaagde was, maar door een ander valselijk in haar naam onder de akte is gezet. Eisers waren zich er dus van bewust dat zij een procedure startten waarin zij kansloos waren. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.