NJB 2015/411:Verrekening. Belastingschuld. Teruggaaf. Een (gewezen) moedermaatschappij en (gewezen) dochtermaatschappij hebben een fiscale eenheid gevormd. De fiscus legt aan de dochter een naheffing op en verleent aan de moeder een teruggaaf. De fiscus verrekent het bedrag van de teruggaaf met de naheffing. Over de naheffing wordt geprocedeerd en vervolgens een compromis bereikt die tot de vaststelling van een lager bedrag leidt. De moeder vordert dat de Ontvanger het verschil aan haar betaalt. De Ontvanger voert het verweer dat hij het verschil niet aan de moeder moet betalen, maar aan de dochter als de belastingplichtige. Het hof oordeelt ten gunste van de moeder. HR: Het middel is ongegrond. De vordering die de moeder toekomt uit de teruggaaf, is niet door verrekening tenietgegaan, nu de juiste hoogte van de naheffing ten tijde van de verrekening niet zeker was