AB 2023/263
Collegiaal vooroverleg met andere rechters niet in strijd met art. 6 EVRM.
HR 16-06-2023, ECLI:NL:HR:2023:926, m.nt. G.J. Stoepker
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 juni 2023
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, S.J. Schaafsma, K. Teuben
- Zaaknummer
22/04701
- Noot
G.J. Stoepker
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS716799:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:926, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑06‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:230, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑02‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑12‑2022
- Wetingang
Art. 6 EVRM
Essentie
Collegiaal overleg tussen rechters. Geen strijd met art. 6 EVRM.
Samenvatting
Het bespreken van de kwestie over het resterende gedeelte van het verzoek met andere rechters die Wvggz-zaken behandelen, brengt op zichzelf niet mee dat die andere rechters de zaak hebben behandeld en beslist of dat de rechtbank de eisen van art. 6 EVRM heeft geschonden.
Partij(en)
Beschikking in de zaak van:
Betrokkene, verzoeker tot cassatie, advocaat: M.E. Bruning,
tegen
De officier van Justitie in het Arrondissement Amsterdam, verweerder in cassatie, niet verschenen.
Uitspraak
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.