AB 2016/26
Achterwege laten prejudiciële verwijzing door de Hoge Raad kwalificeert niet als voldoende gekwalificeerde schending EU-recht. Evenmin strijd met art. 6 EVRM.
Rb. Den Haag 03-06-2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:6222, m.nt. R.J.G.M. Widdershoven
- Instantie
Rechtbank Den Haag
- Datum
3 juni 2015
- Magistraten
Mrs. H.F.M. Hofhuis, I.A.M. Kroft, M.C. Ritsema van Eck-van Drempt
- Zaaknummer
C/09/459469 / HA ZA 14-172
- Noot
R.J.G.M. Widdershoven
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS922504:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
EU-recht / Rechtsbescherming
Bestuursrecht algemeen / Overheid en privaatrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBDHA:2015:6222, Uitspraak, Rechtbank Den Haag, 03‑06‑2015
- Wetingang
Art. 6, 13 EVRM; art. 267 VWEU; art. 21 Handvest van de grondrechten van de EU; art. 1, 2, 6 Richtlijn 2000/78/EG, tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep; art. 3 aanhef en onder c, 7 lid 1 aanhef en onder c en 12 Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid; art. 5.4, 5.8 CAO voor KLM-vliegers op vleugelvliegtuigen
Essentie
Achterwege laten prejudiciële verwijzing door de Hoge Raad kwalificeert niet als voldoende gekwalificeerde schending EU-recht. Oordeel Hoge Raad niet kennelijk in strijd met het EU-recht. Niet prejudicieel verwijzen niet in strijd met art. 6 EVRM.
Samenvatting
Eisers houden de Staat aansprakelijk voor nader vast te stellen schade die zij lijden als gevolg van onrechtmatige overheidsrechtspraak, die in dit geval hierin bestaat dat de Hoge Raad geen prejudiciële vragen heeft gesteld. Volgens eisers heeft de Hoge Raad hiermee het Unierecht en het EVRM geschonden.
Voor aansprakelijkheid van de Staat voor onrechtmatige rechtspraak wegens schending van Unierecht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.