Einde inhoudsopgave
Besluit vakantie en vrijstelling van dienst ambtenaren BES
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
28-11-2019, Stb. 2019, 458 (uitgifte: 11-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-11-2019, Stb. 2019, 458 (uitgifte: 11-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Vergoeding
Ambtenarenrecht / Verlof
Ambtenarenrecht / Ziekte
1.
In alle gevallen waarin de ambtenaar in een kalenderjaar dertig dagen of meer al dan niet aaneengesloten anders dan ten gevolge van verleende vakantie, levensfaseverlof, vrijstelling van dienst wegens ziekte, vrijstelling van dienst wegens bijzondere omstandigheden met behoud van vol inkomen of vergoeding in vrije tijd wegens verricht overwerk geen werkelijke dienst doet, worden zijn aanspraken op vakantie op grond van artikel 5 naar evenredigheid verminderd.
2.
Indien de tijd, gedurende welke de ambtenaar geen werkelijke dienst doet, zich over meer dan één kalenderjaar uitstrekt, worden de aanspraken op vakantie bij toepassing van het vorige lid, over de desbetreffende kalenderjaren naar evenredigheid verminderd.
3.
Indien de vermindering bedoeld in het eerste lid niet kan worden toegepast omdat de aan de ambtenaar toekomende vakantie in het desbetreffende kalenderjaar reeds geheel is genoten of daarvoor niet toereikend is, geschiedt de vermindering of verdere vermindering in het eerstvolgende kalenderjaar.
4.
Het aantal uren, waarop de ambtenaar ingevolge dit artikel over enig kalenderjaar aanspraak blijft houden op vakantie, wordt zo nodig naar boven afgerond op hele uren.