RAR 2019/62
Transitievergoeding. Welke omstandigheden kunnen worden meegewogen in de beoordeling of sprake is van ernstig verwijtbaar handelen waardoor werknemer het recht op de transitievergoeding verliest?
HR 08-02-2019, ECLI:NL:HR:2019:203
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 februari 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/01621
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS46525:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:203, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑02‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1484, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑11‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑04‑2018
- Wetingang
Art. 7:673 lid 7 onderdeel c BW
Essentie
Transitievergoeding. Ernstig verwijtbaar handelen werknemer.
Welke omstandigheden kunnen worden meegewogen in de beoordeling of sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer in de zin van art. 7:673 lid 7 sub c BW, waardoor hij het recht op de transitievergoeding verliest?
Samenvatting
Werknemer is in dienst van WDZ als woonbegeleider bij een woongroep voor personen met beperkingen. In verschillende gesprekken tussen werknemer en haar leidinggevende, wordt werknemer erop gewezen dat zij werk en privé vermengt en dat dat ongewenst is. Afgesproken wordt dat werknemer toestemming nodig heeft voordat zij bij bewoners thuis komt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.