Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2020/1784 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (de betekening en de kennisgeving van stukken)
Artikel 3 Verzendende en ontvangende instanties
Geldend
Geldend vanaf 22-12-2020
- Bronpublicatie:
25-11-2020, PbEU 2020, L 405 (uitgifte: 02-12-2020, regelingnummer: 2020/1784)
- Inwerkingtreding
22-12-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2020, PbEU 2020, L 405 (uitgifte: 02-12-2020, regelingnummer: 2020/1784)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
1.
Elke lidstaat wijst de ambtenaren, autoriteiten of andere personen aan die bevoegd zijn gerechtelijke of buitengerechtelijke stukken te verzenden ter betekening of kennisgeving in een andere lidstaat (‘verzendende instanties’).
2.
Elke lidstaat wijst de ambtenaren, autoriteiten of andere personen aan die bevoegd zijn van een andere lidstaat afkomstige gerechtelijke of buitengerechtelijke stukken in ontvangst te nemen (‘ontvangende instanties’).
3.
De lidstaten kunnen afzonderlijke verzendende instanties en ontvangende instanties aanwijzen, dan wel één of meer instanties die beide functies vervullen. Lidstaten met een federaal karakter, lidstaten waarin verschillende rechtsstelsels gelden en lidstaten met autonome territoriale structuren kunnen meer dan één van dergelijke instanties aanwijzen. De aanwijzing is vijf jaar geldig en kan telkens met vijf jaar worden verlengd.
4.
Elke lidstaat verstrekt de Commissie de volgende gegevens:
- a)
de naam en het adres van de in de leden 2 en 3 bedoelde ontvangende instanties;
- b)
de geografische gebieden waarin die ontvangende instanties bevoegd zijn;
- c)
de wijze waarop die ontvangende instanties stukken kunnen ontvangen indien artikel 5, lid 4, van toepassing is, en
- d)
de talen die kunnen worden gebruikt voor het invullen van de formulieren opgenomen in bijlage I.
De lidstaten stellen de Commissie van alle wijzigingen van de in de eerste alinea bedoelde gegevens in kennis.