Einde inhoudsopgave
Overeenkomst inzake samenwerking bij de bestrijding van verontreiniging van het Noordzeegebied door olie en andere schadelijke stoffen waaronder door de scheepvaart veroorzaakte verontreiniging van de lucht
Artikel 6
Geldend
Geldend vanaf 01-09-1989
- Bronpublicatie:
13-09-1983, Trb. 1983, 159 (uitgifte: 18-11-1983, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-1989
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-1989, Trb. 1989, 125 (uitgifte: 01-01-1989, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Waterrecht (V)
(1)
Uitsluitend voor de toepassing van deze Overeenkomst wordt de Noordzee verdeeld in de zones, omschreven in de Bijlage bij deze Overeenkomst.
(2)
De Overeenkomstsluitende Partij binnen wier zone een situatie zoals beschreven in artikel 1 van deze Overeenkomst ontstaat, verzamelt de nodige gegevens betreffende de aard en de omvang van het ongeval of, naar gelang het geval, betreffende de soort en de geschatte hoeveelheid olie of andere schadelijke stoffen, alsmede betreffende de richting waarin en de snelheid waarmede de stoffen zich verplaatsen.
(3)
De betrokken Overeenkomstsluitende Partij stelt onverwijld alle andere Overeenkomstsluitende Partijen via hun bevoegde autoriteiten in kennis van de door haar verzamelde gegevens en van elke maatregel die zij heeft getroffen ter bestrijding van de olie of andere schadelijke stoffen en zij houdt deze stoffen onder observatie zolang deze zich in haar zone bevinden.
(4)
De verplichtingen van de Overeenkomstsluitende Partijen krachtens de bepalingen van dit artikel vormen, voor zover zij betrekking hebben op zones onder gezamenlijke verantwoordelijkheid, het onderwerp van tussen de betrokken Partijen te sluiten bijzondere technische overeenkomsten. Deze overeenkomsten worden ter kennis gebracht van de andere Overeenkomstsluitende Partijen.