Prg. 2012/190
Wanverhouding tussen tijdvak waarover loon moet worden betaald en tijdvak waarin daadwerkelijk is gewerkt, leidt niet tot matiging, indien werkgever te laat om voorwaardelijke ontbinding verzoekt.
HR 01-06-2012, ECLI:NL:HR:2012:BV7347
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 juni 2012
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, J.C. van Oven, W.D.H. Asser, M.A. Loth, G. Snijders
- Zaaknummer
11/02579
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- LJN
BV7347
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BV7347, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑06‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BV7347, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑06‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑05‑2011
- Wetingang
BW art. 7:680a
Essentie
Ontslagrecht. Loon. Kan loonvordering ex art. 7:680a BW worden gematigd, indien wanverhouding ontstaat tussen tijd waarover loon moet worden betaald en tijd waarin arbeid is verricht?
Neen. Onvoldoende gemotiveerd. Uit oordeel rechter moet blijken waarom wanverhouding tot onaanvaardbaar gevolg zal leiden.
Samenvatting
Werkneemster is sinds juli 2006 in dienst, totdat in juli 2007 haar arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang wordt opgezegd. Zij roept de nietigheid in van het ontslag. Op verzoek van werkgeefster wordt de arbeidsovereenkomst per april 2009 voorwaardelijk ontbonden onder toekenning van een vergoeding van 3 maandsalarissen. Werkneemster neemt hier geen genoegen mee en vordert ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.