RvdW 2016/945
Verzoek tot het horen van getuigen afgewezen omdat het hof zich op basis van wat bij de regiezitting ter tafel was onvoldoende ingelicht achtte om het verzoek te kunnen toewijzen. Nu de verdediging het verzoek bij de inhoudelijke behandeling van de zaak niet meer naar voren heeft gebracht, is het in cassatie niet nader toegelichte belang van verdachte bij de klacht niet evident. Beroep gezien art. 80a RO niet-ontvankelijk.
HR 06-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2022
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 september 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, V. van den Brink
- Zaaknummer
14/06508
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2022, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑09‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:766, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑06‑2016
Essentie
Verzoek tot het horen van getuigen afgewezen omdat het hof zich op basis van wat bij de regiezitting ter tafel was onvoldoende ingelicht achtte om het verzoek te kunnen toewijzen. Nu de verdediging het verzoek bij de inhoudelijke behandeling van de zaak niet meer naar voren heeft gebracht, is het in cassatie niet nader toegelichte belang van verdachte bij de klacht niet evident. Beroep gezien art. 80a RO niet-ontvankelijk.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 19 november 2014, nummer 22/003467-13, in de strafzaak tegen: [verdachte]. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.