V-N 2020/31.19
Ingetrokken stelling bij rechtbank ziet op dieetkosten echtgenote en niet op eigen dieetkosten
HR 26-06-2020, ECLI:NL:HR:2020:1110, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 juni 2020
- Magistraten
De Groot, Fierstra, Cools
- Zaaknummer
19/05651
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS205397:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Persoonsgebonden aftrek
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1110, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑06‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑06‑2020
- Wetingang
art. 6.17 Wet IB 2001
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat uit de gedingstukken niet is af te leiden dat X tot aan het hoger beroep dieetkosten van zichzelf heeft opgevoerd. Niet van belang is dat ter zitting van de rechtbank het standpunt ter zake van de dieetkosten van de echtgenote van X is ingetrokken.
Samenvatting
In zijn IB-aangifte 2015 claimt X aftrek van specifieke zorgkosten. Dit betreft onder andere een natriumbeperkt dieet van zijn echtgenote. De inspecteur staat aftrek van deze dieetkosten niet toe, omdat X geen dieetverklaring overlegt. Rechtbank Noord-Holland stelt vast dat X zijn standpunt over de aftrek van extra kosten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.