O&A 2016/79
Onrechtmatige overheidsdaad, vergunning van rechtswege, niet tijdig beslissen, relativiteit, belanghebbende
HR 08-07-2016, ECLI:NL:HR:2016:1454, m.nt. S.A.L. van de Sande en D. van Tilborg
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 juli 2016
- Magistraten
F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot en C.E. du Perron
- Zaaknummer
15/01908
- Noot
S.A.L. van de Sande en D. van Tilborg
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS925054:1
- Vakgebied(en)
Bouwrecht (V)
Civiel recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
Vastgoedrecht (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1454, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑07‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:612, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑04‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑03‑2015
Essentie
Onrechtmatige overheidsdaad, vergunning van rechtswege, niet tijdig beslissen, relativiteit, belanghebbende
Samenvatting
Voor overheidsaansprakelijkheid wegens de schending van een ongeschreven zorgvuldigheidsnorm is niet vereist dat de benadeelde kan worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van de Awb. Denkbaar is dat de belangen van bepaalde “derden”, kenbaar voor het bestuursorgaan, in zodanige mate betrokken zijn bij een besluit, dat het bestuursorgaan ook jegens deze derden – afhankelijk van de verdere omstandigheden van het geval – in strijd kan handelen met de in het maatschappelijk verkeer in acht te nemen zorgvuldigheid door die normen niet in acht te nemen.