Het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel kasopstelling d.d. 23 augustus 2013, opgenomen in het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal met nummer PL0900 2012249133, p. 1 t/m 24.
Rb. Midden-Nederland, 11-02-2015, nr. 16-701219-12
ECLI:NL:RBMNE:2015:1288
- Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
- Datum
11-02-2015
- Zaaknummer
16-701219-12
- LJN
CA3877
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBMNE:2015:1288, Uitspraak, Rechtbank Midden-Nederland, 11‑02‑2015; (Eerste aanleg - meervoudig, Op tegenspraak)
ECLI:NL:RBMNE:2013:CA3877, Uitspraak, Rechtbank Midden-Nederland, 19‑06‑2013; (Eerste aanleg - meervoudig)
Uitspraak 11‑02‑2015
Inhoudsindicatie
Ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel. Kasopstelling. Ponds-ponds verdeling.
Partij(en)
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/701219-12
Datum uitspraak: 11 februari 2015
Vonnis van de meervoudige kamer voor strafzaken van deze rechtbank, op tegenspraak gewezen op vordering van de officier van justitie als bedoeld in artikel 36e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, in de zaak tegen:
[veroordeelde] ,
geboren te [geboorteplaats] [1961],
gedetineerd in P.I. Flevoland, Huis van Bewaring Almere Binnen te Almere.
Raadsman: mr. P.E. van Zon, advocaat te ’s-Hertogenbosch.
1. De procedure
De procedure blijkt onder meer uit de volgende stukken:
- de vordering ten bedrage van € 502.544,43, die binnen de in artikel 511b van het Wetboek van Strafvordering genoemde termijn aanhangig is gemaakt;
- het strafdossier onder parketnummer 16/701219-12-08 waaruit blijkt dat verdachte op 29 november 2013 door het Hof Arnhem-Leeuwarden is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren met aftrek van het voorarrest, terzake van oplichting, respectievelijk medeplegen van poging tot oplichting in de periode van 1 januari 2012 tot en met 11 december 2012;
- het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel d.d. 23 augustus 2013;
- de aanvulling op het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel d.d. 17 december 2013;
- de processen-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting d.d. 16 april 2014 en 3 november 2014;
- de conclusie van antwoord van de raadsman d.d. 1 augustus 2014;
- de conclusie van repliek van de officier van justitie d.d. 25 augustus 2014;
- de conclusie van dupliek van de raadsman d.d. 16 december 2014;
- de overige stukken.
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting is de officier van justitie gehoord. Tevens is de verdachte gehoord, bijgestaan door diens raadsman mr. P.E. van Zon, advocaat te ’s-Hertogenbosch.
2. Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zijn vordering ter zitting gewijzigd. Het netto wederrechtelijk verkregen voordeel bedraagt volgens de officier van justitie € 477.983,43 en hij heeft gevorderd dit bedrag ponds-ponds gewijs te verdelen, zodat veroordeelde en [vrouw van verdachte] ieder € 238.990,- moeten betalen. De berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel is gebaseerd op het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel van 23 augustus 2013 en de aanvulling daarop van 17 december 2013.
3. Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat de overgelegde geldleningsovereenkomst tussen veroordeelde en [A] van 7 januari 2004 voor een bedrag van
€ 350.000,00 aannemelijk maakt dat veroordeelde op 1 januari 2007 over een grote som contant geld beschikte. Voorts is aangevoerd dat op 20 oktober 2006 op de bankrekening van veroordeelde door een derde een bedrag van € 8.600,--, is gestort dat direct daarop contant is opgenomen. Dit bedrag moet worden opgeteld bij het beginsaldo, aangezien er geen duidelijke aanwijzingen zijn dat dit illegaal verkregen geld betreft. Ten slotte dient bij het beginvermogen te worden betrokken een bedrag van € 4.250,--, zijnde het verschil tussen de verkoopprijs van de auto die op 23 februari 2006 is verkocht en de aanschafprijs van de auto die op 4 januari 2006 was gekocht. Het in het rapport berekening wederrechtelijk voordeel gehanteerde uitgangspunt, dat het beginvermogen op 1 januari 2007 € 0,-- was, is gelet hierop onjuist.
Met het gevonden kladje dat in de woning van veroordeelde , in combinatie met de verklaring van getuige [getuige 1] en de tapgesprekken, kan niet aannemelijk geacht worden dat veroordeelde in een [bedrijf] heeft geïnvesteerd. De verklaring van [getuige 1] wordt door veroordeelde betwist en de achtergrond van de tapgesprekken is onbekend. Veroordeelde ontkent deze investering.
Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat zij geld heeft uitgeven en dat het veel geld is geweest. Hieruit volgt dat zij geprofiteerd heeft. Nergens blijkt uit dat er geld naar veroordeelde is gegaan.
Veroordeelde heeft betwist dat hij geld heeft uitgegeven aan prostituees. Het berekende bedrag voor cocaïnegebruik wordt ook betwist. Veroordeelde gebruikte wel eens cocaïne, maar niet op regelmatige basis.
Ten aanzien van de Mercedes E350 CGI heeft veroordeelde ontkend dat dit voertuig van hem is. Dit voertuig stond niet geregistreerd op zijn naam. Het opgenomen bedrag in de kasopstelling onder het kopje ‘voertuigen’ met betrekking tot deze auto kan dan ook niet als contante uitgave in de kasopstelling worden meegenomen.
Het dossier biedt onvoldoende handvatten om het standpunt van het Openbaar Ministerie aannemelijk te achten. De vordering dient te worden afgewezen, dan wel (gelet op de leningsovereenkomst) op nihil gesteld te worden. Alles aldus de raadsman.
4. Het oordeel van de rechtbank
Bespreking van de gevoerde verweren
Het beginvermogen
Voor zover de verdediging aan heeft willen voeren dat het beginsaldo op € 350.000,-- gesteld dient te worden, zodat de vordering op nihil gesteld moet worden, overweegt de rechtbank dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat veroordeelde in 2004 een bedrag van € 350.000,-- heeft ontvangen uit hoofde van een leningsovereenkomst en dat hij dit bedrag, zoals veroordeelde ter zitting heeft verklaard, contant heeft ontvangen en al die jaren in zijn woning heeft bewaard en daarvan ook heeft geleefd. Op zichzelf acht de rechtbank al niet aannemelijk dat iemand een dergelijk groot bedrag contant in zijn woning bewaart. Daarbij komt dat veroordeelde in november 2006 nog een contant bedrag heeft opgenomen van zijn bankrekening van € 890,--. Kennelijk had veroordeelde dat bedrag nodig om iets te betalen. Zou veroordeelde op dat moment nog over contant geld beschikken, dan ligt het voor de hand dat hij dit had aangewend voor de bewuste betaling in plaats van geld op te nemen van zijn bankrekening. Bovendien heeft veroordeelde ter zitting een ongeloofwaardige verklaring afgelegd over de lening. Zo verklaarde hij dat hij de lening had gekregen voor het opzetten van een dakdekkersbedrijf en een autobedrijf. Waarom de gelden niet daadwerkelijk in dergelijke bedrijven zijn geïnvesteerd is onduidelijk gebleven. Wat het bestaan van de lening eveneens onaannemelijk maakt is dat in de leningsovereenkomst niet is opgenomen waarvoor de leensom was bedoeld, dat er geen rente behoefde te worden betaald gedurende de looptijd (maar pas in januari 2015), alsmede dat er geen zekerheid werd gevraagd.
Ten aanzien van het bedrag van € 8.600,-- en het bedrag van € 4.250,-- overweegt de rechtbank dat gelet op het feit dat in november 2006 contant geld is opgenomen van de rekening van veroordeelde en zijn partner [vrouw van verdachte], aannemelijk is dat er op dat moment geen contant geld meer beschikbaar was. Voornoemde bedragen waren op dat moment dus, naar aangenomen moet worden, reeds uitgegeven.
Op grond van bovenstaande overwegingen acht de rechtbank aannemelijk dat het beginsaldo op 1 januari 2007 € 0,-- is.
[bedrijf]
De rechtbank is van oordeel dat het verweer omtrent de investering in [bedrijf] wordt weerlegd door de inhoud van het dossier. Meer specifiek verwijst de rechtbank naar de inhoud van de telefoontaps van 18 november 2012 tot en met 21 november 2012 op basis waarvan de rechtbank het aannemelijk acht dat veroordeelde geld heeft geïnvesteerd in een [bedrijf]. Daarbij zijn in de woning van veroordeelde zijn briefjes gevonden waarop staat ‘Totaal geïnvesteerd door [veroordeelde]’. Hierop staan diverse kostenposten vermeld waaronder ‘voorraad’ en ‘TL lampen’. Het totaalbedrag is € 56.837,81. Daarnaast is er nog een vel papier met diverse kostenposten voor een totaalbedrag van € 8.480,76. Getuige [getuige 1] heeft voorts verklaard dat veroordeelde geld in de zaak heeft gestoken. Met betrekking tot laatstgenoemd bedrag heeft zij verklaard dat zij niet weet of [veroordeelde] die betaald heeft. Naar het oordeel van de rechtbank kan dit laatste bedrag gelet op de verklaring van [getuige 1] niet worden meegenomen in de berekening wederrechtelijk verkregen voordeel. Dit geldt ook voor een bedrag van € 79,44,-- zijnde het verschil tussen het daadwerkelijk op het papier genoemde bedrag van € 56.837,81 en het - kennelijk per vergissing – in het rapport van dit papier overgenomen bedrag van € 56.837,81.
Witwassen van guldens
Op 5 maart 2012 werd door [getuige 2] een bedrag van fl 91.710,00 omgewisseld voor euro’s. Het bedrag vertegenwoordigde een waarde van € 41.616,18. [getuige 2] heeft hierover verklaard dat zij dit bedrag contant kreeg van veroordeelde.
De verdediging voert aan dat de guldens die zijn omgezet naar euro’s niet in het vermogen van veroordeelde zijn gevloeid aangezien deze (grotendeels) niet zijn teruggeven aan veroordeelde en [vrouw van verdachte]. Kennelijk meent de verdediging dat voornoemd bedrag op die grond niet als wederrechtelijk verkregen voordeel kan worden aangemerkt. Dit standpunt gaat eraan voorbij dat bij de berekening van het voordeel niet de zogenoemde transactiemethode is gehanteerd, maar de methode van de kasopstelling. In het kader van die methode worden de beschikbare contante geldbedragen opgeteld en afgezet tegen de legale contante inkomsten. Veroordeelde had een bedrag van fl 91.710,-- (€ 41.616,18) aan contant geld voorhanden dat op goede gronden bij de kasopstelling is betrokken.
Voertuigen/Mercedes E350 CGI
De verdediging heeft aangevoerd dat de Mercedes E350 CGI met kenteken [kenteken] niet mag worden meegerekend bij de uitgaven van veroordeelde, omdat dit voertuig tussen 23 maart 2012 en 11 mei 2012 op naam stond van [getuige 1]. De rechtbank is van oordeel dat op basis van het dossier vast staat dat veroordeelde feitelijk de eigenaar en gebruiker van dit voertuig was. Uit het dossier volgt namelijk dat via de bankrekening van veroordeelde drie bekeuringen voor dit voertuig zijn betaald, waaronder een bekeuring wegens het niet op tijd verzekerd zijn van het voertuig. Daarbij acht de rechtbank de verklaring van getuige [getuige 1] van belang, waarin zij verklaard heeft dat zij een Mercedes op haar naam heeft gehad die eigenlijk van veroordeelde was.
Prostituees
Gelet op de inhoud van de afgeluisterde telefoongesprekken op 2 december 2012 acht de rechtbank aannemelijk dat veroordeelde twee prostituees bestelt voor hem én een kameraad. De rechtbank zal de helft van deze betaling toerekenen aan veroordeelde, te weten € 400,-. Ten aanzien van de kosten voor prostituees op 8 december 2012 acht de rechtbank niet aannemelijk geworden dat de prostituee werd besteld voor een ander dan veroordeelde. Veroordeelde zegt tijdens het telefoongesprek dat zijn vrouw niets mag weten.
Cocaïne
De verdediging heeft aangevoerd dat veroordeelde wel eens cocaïne gebruikte, maar niet in de mate waarin bij het maken van de berekening uit is gegaan. De rechtbank is van oordeel dat op basis van het dossier vaststaat dat veroordeelde in de periode van 1 januari 2007 tot 11 december 2012, zijnde 309 weken, twee keer per week cocaïne heeft gebruikt ter waarde van € 20,-- per keer. Dit komt op een bedrag van 309 (weken) x 2 (keer) x € 20,-- (per minimale gebruikershoeveelheid) = € 12.360,--.
Ter onderbouwing verwijst de rechtbank naar de verklaring van [vrouw van verdachte] d.d. 19 februari 2013, waarin zij heeft verklaard dat veroordeelde acht/negen jaar cocaïne gebruikt en dat misschien twee/drie keer per week doet. Tevens verwijst de rechtbank naar een in het dossier opgenomen PrintView, waaruit volgt dat de gemiddelde prijs van een gram cocaïne € 49,53 is. Bij de berekening is uitgegaan van een minimale gebruikershoeveelheid van 0,5 gram per keer, waarbij is uitgegaan van ene prijs van € 20,-- per gebruikershoeveelheid.
Het wederrechtelijk verkregen voordeel
De rechtbank overweegt ten aanzien van het wederrechtelijk verkregen voordeel het volgende.
De volgende kasopstelling is gemaakt:
1 Beginsaldo1. | 0 | |||||||||||||||||||
2 Legale contante ontvangsten | ||||||||||||||||||||
Bankopnamen | 13.244,25 | |||||||||||||||||||
Omzet uit eigen bedrijf | 43.088,00 | |||||||||||||||||||
Legale contante ontvangsten | 56.332,25 | |||||||||||||||||||
Eindsaldo contant geld | 6.150,00 | |||||||||||||||||||
Beschikbaar voor het doen van uitgaven | 50.182,25 | |||||||||||||||||||
3 Uitgaven | ||||||||||||||||||||
Contante stortingen | 200.773,12 | |||||||||||||||||||
Moneytransfers | 9.919,00 | |||||||||||||||||||
Levensonderhoud | 58.665,31 | |||||||||||||||||||
Aanschaf gebruiksgoederen (o.a. prostitués) | 70.989,45 | |||||||||||||||||||
Vakantie | 20.750,67 | |||||||||||||||||||
Voertuigen | 77.928,68 | |||||||||||||||||||
Investering [bedrijf] | 65.318,57 | |||||||||||||||||||
Overige contante uitgaven (o.a. cocaïne) | 15.360,00 | |||||||||||||||||||
Witwassen van guldens | 41.616,18 | |||||||||||||||||||
Totaal contante uitgaven | 561.320,99 | |||||||||||||||||||
4 Verschil (meer uitgaven dan legaal mogelijk) | 511.138,73 | |||||||||||||||||||
Bij de vaststelling van het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel moet worden geschat, volgt de rechtbank deze berekening, met dien verstande dat hierop in mindering moet worden gebracht een bedrag van € 400,- (zie de overweging met betrekking tot de kosten van prostituees). Verder wordt in mindering gebracht € 8.560,20 (€ 8.480,76 + € 79,44) (zie de overweging met betrekking tot [bedrijf]). Ook brengt de rechtbank een bedrag van € 8.584,31, zijnde een bedrag dat is betaald aan schadevergoedingsmaatregelen in een andere strafzaak in mindering.2.Blijkens het arrest van 29 november 2013 van het Hof Arnhem-Leeuwarden moet veroordeelde in deze strafzaak aan de volgende benadeelde partijen de volgende bedragen betalen:
- € 3.000,-- aan benadeelde partij [benadeelde 1]
- € 1.575,-- aan benadeelde partij [benadeelde 2]
- € 23.000,-- aan benadeelde [benadeelde 3].
In totaal brengt de rechtbank dan ook een bedrag van € 45.119,51 in mindering op de vordering. Hieruit blijkt dat veroordeelde € 466.019,22 heeft uitgegeven, voor welk bedrag geen legale herkomst is aangetoond. De rechtbank acht op grond van de rapportages voldoende aannemelijk dat de misdrijven waarvoor veroordeelde is veroordeeld of andere strafbare feiten tot dit voordeel hebben geleid. De rechtbank bepaalt het wederrechtelijk verkregen voordeel op € 466.019,22. De rechtbank zal het wederrechtelijk verkregen voordeel ponds-ponds toewijzen nu uit de stukken in het dossier geen aanknopingspunten zijn voor een afwijkende verdeelsleutel tussen veroordeelde en zijn partner [vrouw van verdachte] dan op gelijke basis.
6. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen maatregel is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
7. Beslissing
Stelt vast als wederrechtelijk verkregen voordeel een bedrag van € 466.019,22 .
Legt op aan [veroordeelde] de verplichting tot betaling van € 233.009,61 (zegge: tweehonderddrieendertigduizend en negen euro en eenenzestig eurocent) aan de Staat.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P. den Otter, voorzitter, mrs. N.E.M. Kranenbroek en G.A. Bos, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.P. Stapel, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 11 februari 2015.
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 11‑02‑2015
Het rapport verrekening schadevergoeding gedurende onderzoeksperiode d.d. 17 december 2013, opgenomen in de aanvulling rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel kasopstelling met nummer 1304020947.RAP, p. A0022.
Uitspraak 19‑06‑2013
Inhoudsindicatie
Veroordeling voor oplichtingen van bejaarden door middel van babbeltrucs tot gevangenisstraf van 3 jaren. Enkele fotobewijsconfrontaties uitgesloten van het bewijs.
Partij(en)
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/701219-12, 16/661438-13 (gevoegd ter terechtzitting) (P)
vonnis van de meervoudige strafkamer van 19 juni 2013
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1961],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres
[adres], [woonplaats],
gedetineerd in het Huis van Bewaring “Wolvenplein” te Utrecht.
1. Het onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 5 juni 2013. Op de terechtzitting zijn overeenkomstig artikel 285 van het Wetboek van Strafvordering de zaken onder voormelde parketnummers gevoegd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de advocaat, mr. P.E. van Zon, naar voren hebben gebracht.
2. Tenlastelegging
De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering. De (gewijzigde) tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
16/701219-12
Feit 1:
- -
op 24 mei 2012 in Soest samen met een ander [benadeelde 1] heeft bewogen tot de afgifte van geld;
- -
op 11 december 2012 in Velp samen met een ander [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] heeft bewogen tot de afgifte van sieraden;
- -
op 11 december 2012 in Arnhem samen met een ander [benadeelde 4] en/of [benadeelde 5] heeft bewogen tot de afgifte van geld;
en/of
- -
op 24 mei 2012 in Soest samen met een ander geld van die [benadeelde 1] heeft weggenomen;
- -
op 11 december 2012 in Velp samen met een ander sieraden van die [benadeelde 2] en/of die [benadeelde 3] heeft weggenomen;
- -
op 11 december 2012 in Arnhem samen met een ander geld van die [benadeelde 4] en/of die [benadeelde 5] heeft weggenomen;
Feit 2
- -
op 23 november 2012 in Ede samen met een ander heeft geprobeerd [benadeelde 6] te bewegen tot de afgifte van geld en/of sieraden;
- -
op 23 november 2012 in Utrecht samen met een ander heeft geprobeerd [benadeelde 7] te bewegen tot de afgifte van geld en/of sieraden;
- -
op 23 november 2012 in Zeist samen met een ander heeft geprobeerd [benadeelde 8] te bewegen tot de afgifte van geld en/of sieraden;
- -
op 5 december 2012 in Tilburg samen met een ander heeft geprobeerd [benadeelde 9] heeft geprobeerd te bewegen tot de afgifte van geld en/of sieraden;
- -
op 5 december 2012 in Tilburg samen met een ander heeft geprobeerd [benadeelde 10] heeft geprobeerd te bewegen tot de afgifte van geld en/of sieraden;
en/of
- -
op 23 november 2012 in Ede samen met een ander heeft geprobeerd geld en/of sieraden van die [benadeelde 6] weg te nemen;
- -
op 23 november 2012 in Utrecht samen met een ander heeft geprobeerd geld en/of sieraden van die [benadeelde 7] weg te nemen;
- -
op 23 november 2012 in Zeist samen met een ander heeft geprobeerd geld en/of sieraden van die [benadeelde 8] weg te nemen;
- -
op 5 december 2012 in Tilburg samen met een ander heeft geprobeerd geld en/of sieraden van die [benadeelde 9] weg te nemen;
- -
op 5 december 2012 in Tilburg samen met een ander heeft geprobeerd geld en/of sieraden van die [benadeelde 10] weg te nemen;
Feit 3
in de periode van 1 januari 2012 tot en met 20 februari 2012 in Arnhem en/of Amsterdam samen met een ander of anderen een gewoonte heeft gemaakt van witwassen;
16/661438-13
Feit 1
- -
op 27 november 2012 in Papendrecht samen met een ander [benadeelde 11] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag;
- -
op 3 december 2012 in Papendrecht samen met een ander [benadeelde 12] en/of [benadeelde 13] heeft bewogen tot de afgifte van portemonnees met daarin onder meer een geldbedrag;
- -
op 3 december 2012 in Papendrecht samen met een ander [benadeelde 15] heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen;
en/of
- -
op 27 november 2012 in Papendrecht samen met een ander een geldbedrag van die [benadeelde 11] heeft weggenomen;
- -
op 3 december 2012 in Papendrecht samen met een ander portemonnees met daarin onder meer een geldbedrag van die [benadeelde 12] en/of [benadeelde 13] heeft weggenomen;
- -
op 3 december 2012 in Papendrecht samen met een ander geldbedragen van die [benadeelde 15] heeft weggenomen;
Feit 2
op 11 december 2012 te Arnhem ongeveer 1413 gram hasjiesj en/of 13,72 gram hennep opzettelijk aanwezig heeft gehad.
3. Voorvragen
De geldigheid van de dagvaarding
De rechtbank constateert dat bij de twee feiten die betrekking hebben op 5 december 2012 in Tilburg (16/701219-12) en die impliciet cumulatief en subsidiair ten laste zijn gelegd als poging diefstal, onjuiste bestanddelen zijn gebruikt, te weten bestanddelen die betrekking hebben op het strafbare feit oplichting. De tenlastelegging is daardoor innerlijk tegenstrijdig. De rechtbank verklaart de dagvaarding daarom partieel nietig ten aanzien van de feiten van 5 december 2012 die als poging diefstal zijn ten laste gelegd.
De dagvaarding is voor het overige geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
4. Waardering van het bewijs
4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gevorderd alle aan verdachte ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen voor de feiten die zijn gepleegd op 24 mei 2012, 23 november 2012, 27 november 2012, 3 december 2012 en 5 december 2012. Daartoe heeft de verdediging gemotiveerd aangevoerd dat een aantal foto¬bewijsconfrontaties van het bewijs uitgesloten dient te worden, aangezien de fotoselecties daarin onvoldoende gevarieerd zijn. De verdediging refereert zich aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van de bewezenverklaring van de feiten die zijn gepleegd op 11 december 2012 in Arnhem en Velp. Tevens refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van de feiten die zien op het witwassen en het voorhanden hebben van softdrugs.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Partiële vrijspraak ten aanzien van feit 1, 24 mei 2012 (16/701219-12)
De rechtbank is van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting van aangever [benadeelde 1] (hierna te noemen: [benadeelde 1]) op 24 mei 2012 in Soest, dan wel diefstal op voornoemde datum. De rechtbank is met de raadsman van oordeel dat deze fotobewijsconfrontatie, waarbij [benadeelde 1] verdachte herkent als de vermeende dader, niet voor het bewijs kan worden gebezigd. In zijn aangifte verklaart [benadeelde 1] dat de dader kort grijzend haar had. De fotoselectie bevat slechts twee foto’s van personen die duidelijk grijzend haar hebben. De rechtbank is van oordeel dat in de fotoselectie te weinig foto’s van personen zijn opgenomen die aan het door [benadeelde 1] gegeven signalement voldoen, waardoor de fotoconfrontatie weinig bewijswaarde heeft.
Hoewel het dossier aanknopingspunten bevat dat verdachte dit feit heeft begaan, bevat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs daarvoor. De rechtbank zal verdachte derhalve partieel vrijspreken van zowel de ten laste gelegde oplichting als de ten laste gelegde diefstal op 24 mei 2012 in Soest.
Partiële vrijspraak ten aanzien van feit 2, 23 november 2012 (16/701219-12)
De rechtbank is van oordeel dat evenmin wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de pogingen tot oplichting in Ede, Utrecht en Zeist op 23 november 2012, dan wel aan pogingen tot diefstal op voornoemde datum. De rechtbank overweegt ten aanzien hiervan dat de vermeende betrokkenheid van verdachte bij de feiten op 23 november 2012 met name zou blijken uit de fotobewijsconfrontatie met aangeefster [benadeelde 6], waarbij verdachte door aangeefster is herkend. De rechtbank heeft ook deze fotobewijsconfrontatie ambtshalve getoetst. Ook ten aanzien van deze fotobewijs-confrontatie is de rechtbank van oordeel dat de fotoselectie onvoldoende foto’s van personen bevat die voldoen aan het signalement dat aangeefster heeft gegeven, te weten: een man met grijsblond haar. Derhalve zal de fotobewijsconfrontatie door de rechtbank worden uitgesloten van het bewijs.
Naar het oordeel van de rechtbank is het feit dat de omschrijving van de kleding en de schoenen die in de aangiftes wordt gegeven op bepaalde punten overeenkomt met de kleding en schoenen van verdachte [verdachte] die die dag door het observatieteam zijn gezien, onvoldoende om de betrokkenheid van verdachte [verdachte] bij deze oplichtingen vast te stellen. Daarbij komt dat de telecomgegevens die betrekking hebben op 23 november 2012 geen directe aanwijzingen geven voor de betrokkenheid van verdachte bij de oplichtingen die op voornoemde datum zijn gepleegd.
Hoewel het dossier dus ook ten aanzien van dit feit aanwijzingen bevat dat verdachte hierbij betrokken was, bevat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs daarvoor. De rechtbank zal verdachte derhalve partieel vrijspreken van zowel de pogingen tot oplichting als de pogingen tot diefstal in Ede, Utrecht en Zeist op 23 november 2012.
Bewijs ten aanzien van feit 1, 11 december 2012 (16/701219-12)
Aangezien verdachte deze feiten (in Arnhem en in Velp) heeft bekend en de raadsman niet tot vrijspraak heeft gepleit, volstaat de rechtbank, met toepassing van artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering, met een opsomming van de bewijsmiddelen.
Velp
- -
het proces-verbaal van aangifte, gedaan door [A], namens [benadeelde 3] en [benadeelde 2];
- -
het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door [verbalisant 1], buitengewoon opsporingsambtenaar van de politie Gelderland-Midden;
- -
De bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting, inhoudende dat hij op 11 december 2012 te Velp de sieraden, zoals deze zijn genoemd in de tenlastelegging, heeft weggenomen.
Arnhem
- -
het proces-verbaal van aangifte, gedaan door [benadeelde 5];
- -
het proces-verbaal van aangifte, gedaan door [benadeelde 4];
- -
De bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting, inhoudende dat hij op 11 december 2012 te Arnhem een geldbedrag heeft weggenomen.
Bewijs ten aanzien van feit 2, 5 december 2012 (16/701219-12)
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 tenlastegelegde (op 5 december 2012 in Tilburg) heeft begaan op grond van het navolgende.
Aangeefster [benadeelde 9] (hierna te noemen: [benadeelde 9]) heeft verklaard dat er op 5 december 2012, omstreeks 10.00 uur, werd gebonsd op de voordeur van haar woning aan de [adres] te [woonplaats]. Vervolgens hoorde [benadeelde 9] dat een aantal keer op de deurbel werd gedrukt. [benadeelde 9] zag een man bij de voordeur staan en hoorde hem zeggen dat er een groot gaslek was in haar straat en buurt. De man zei vervolgens tegen [benadeelde 9] dat hij de gasmeter af moest sluiten. [benadeelde 9] hoorde de man zeggen dat hij de hele inboedel gratis kon verzekeren. Tijdens het gesprek met de man zag [benadeelde 9] dat een andere man zijn hoofd in de woonkamer naar binnen stak en zei dat ze op moesten schieten, omdat er ook andere mensen moesten worden ingelicht over het gaslek. De eerste man vroeg aan [benadeelde 9] of zij geld en sieraden in de woning had. De man vroeg aan [benadeelde 9] of hij de sieraden mocht zien, omdat hij zelf de waarde van de sieraden wilde vaststellen. [benadeelde 9] heeft ten slotte verklaard dat de man is weggegaan en dat uit de woning geen goederen zijn weggenomen.
Op 18 januari 2013 heeft aangeefster [benadeelde 9] tijdens een fotobewijsconfrontatie verdachte aangewezen en verklaard dat hij sterk lijkt op degene die bij haar in de woning is geweest op 5 december 2012.
Aangeefster [benadeelde 10] (hierna te noemen: [benadeelde 10]) heeft verklaard dat op 5 december 2012, omstreeks 10.30 uur, de deurbel ging van haar woning aan de [adres] in [woonplaats]. Toen [benadeelde 10] de deur opendeed zag zij een man die meteen langs haar de woning binnen liep. De man zei dat hij mensen kwam waarschuwen dat ze alle waardevolle spullen in grote zakken moesten doen voor het geval er gevlucht moest worden voor een mogelijke gasexplosie. [benadeelde 10] zag dat de man naar boven ging en hoorde hem zeggen: “Uw geld en sieraden zullen toch wel boven liggen”. Vervolgens zei de man dat hij de geiser af moest sluiten in verband met een mogelijke explosie. [benadeelde 10] heeft ten slotte verklaard dat de man vertrokken is en dat hij niets in zijn handen had. [benadeelde 10] heeft niets uit haar woning gemist.
Aangeefster [benadeelde 10] heeft op 18 januari 2013 deelgenomen aan een simultane fotobewijsconfrontatie. [benadeelde 10] heeft tijdens de confrontatie verdachte en een onbekende persoon aangewezen. Zij heeft daarbij verklaard: “Zo’n type was het. Eén van die twee”.
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 2, 5 december 2012 (16/701219-12)
De rechtbank heeft de fotobewijsconfrontatie die heeft plaatsgevonden met aangeefster [benadeelde 10] ambtshalve getoetst. Anders dan de verdediging is de rechtbank van oordeel dat deze fotobewijsconfrontatie voldoet. De rechtbank overweegt hierbij dat de fotoselectie die is gebruikt voldoende foto’s bevat van personen die (grotendeels) overeenkomen met het door aangeefster gegeven signalement.
Beide feiten zijn op 5 december 2012 binnen een zeer kort tijdsbestek gepleegd. Daarnaast liggen de adressen slechts enkele honderden meters bij elkaar vandaan. Bovendien komt de modus operandi van beide feiten sterk overeen. De rechtbank stelt op grond daarvan vast dat de poging tot oplichting aan de [adres] in [woonplaats] en de poging oplichting aan de [adres] in [woonplaats] gepleegd zijn door dezelfde dader(s).
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte één van de daders was. Hij is door beide aangeefsters, onafhankelijk van elkaar, herkend. Beide aangeefsters hebben verklaard dat verdachte sterk lijkt op degene die bij hen aan de deur is geweest op 5 december 2012. Bovendien vertoont de specifieke modus operandi bij bovengenoemde feiten grote overeenkomsten met de specifieke modus operandi die verdachte heeft gebruikt bij de oplichtingen in Arnhem en Velp op 11 december 2012. Deze laatste oplichtingen zijn door verdachte bekend.
De rechtbank is van oordeel dat het feit aan de [adres] in [woonplaats] tezamen en in vereniging is gepleegd. De rechtbank leidt dit af uit de aangifte van aangeefster [benadeelde 9] waarin zij verklaart over een tweede man die de woning binnenkwam en zei dat er nog meer mensen moesten worden ingelicht over het gaslek.
Bewijs ten aanzien van feit 3 (16/701219-12)
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 3 tenlastegelegde heeft begaan op grond van het navolgende.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij aan [X] heeft gevraagd of zij het geldbedrag van 91.710 Nederlandse guldens wilde omwisselen bij De Nederlandsche Bank. Verder heeft verdachte verklaard dat het geld van hem is, maar dat hij niet wil zeggen waar dit geld vandaan komt.
Uit de gegevens die verstrekt zijn door De Nederlandsche Bank te Amsterdam blijkt dat [X] op 5 maart 2012 een bedrag van 91.710 Nederlandse guldens heeft aangeboden.
[X] heeft verklaard dat zij het geld heeft omgewisseld op verzoek van verdachte. Zij heeft verder verklaard dat het het idee van verdachte was om het rekeningnummer van haar opa, [Y], te gebruiken. Volgens [X] wilde verdachte het bedrag niet zelf omwisselen omdat er dan problemen met de belastingdienst zouden komen. Van het bedrag heeft [X] tussen de 5.000 en 7.000 euro opgemaakt. De rest van het geld is, volgens [X], naar [verdachte] (de rechtbank begrijpt: verdachte) gegaan.
In de periode van 1 januari 2011 tot en met 17 oktober 2012 hadden verdachte en zijn partner, [medeverdachte 1] (hierna te noemen: [medeverdachte 1]), geen inkomsten uit loon en slechts een zeer beperkte uitkering.
Op 25 september 2012 zijn door de belastingdienst de financiële gegevens van verdachte verstrekt aan de politie. Hieruit blijkt dat verdachte vanaf 1 januari 2006 geen inkomsten uit loon of uitkering heeft gehad. In 2008 heeft het bedrijf van verdachte, Daken Profi, een omzet aan de belastingdienst opgegeven van € 14.667. In het jaar 2009 was dat € 28.421. Vanaf het derde kwartaal van 2009 is er door verdachte geen aangifte van inkomstenbelasting meer gedaan. Van [medeverdachte 1] zijn in de periode van 2006 tot en met 2009 en het jaar 2012 geen inkomensgegevens bekend. In het jaar 2010 heeft [medeverdachte 1] een bijstandsuitkering gehad, ten bedrage van € 2.145. Daarnaast heeft zij in 2011 een bijstandsuitkering gehad van € 313.
Op 11 december 2012 werd de woning van verdachte aan de [adres] in [woonplaats]doorzocht. In een zwarte jas, die door [medeverdachte 1] was gedragen toen zij haar zoontje bij verdachte ging ophalen toen laatstgenoemde werd aangehouden, werd een doorzichtig zakje met gouden en/of goudkleurige sieraden aangetroffen. Tevens werd bij de doorzoeking op het lichaam van [medeverdachte 1], in de broekzakken van een joggingbroek, een bedrag van € 5.650,- aangetroffen.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij wist dat de sieraden die hij in Velp had weggenomen in zijn huis lagen. Over het geldbedrag van € 5.650, dat tijdens de doorzoeking aan de [adres] in [woonplaats] is aangetroffen, heeft verdachte verklaard dat dit geld waarschijnlijk afkomstig is van de mensen uit Arnhem.
De sieraden die bij [medeverdachte 1] zijn aangetroffen, zijn getoond aan de bewoners van de [adres] te Velp, de heer [benadeelde 2] en mevrouw [benadeelde 3]. Tegenover de verbalisant verklaarde mevrouw [benadeelde 3] dat zij van de getoonde sieraden diverse sieraden herkende als haar eigendom.
[medeverdachte 1] heeft bij de politie verklaard dat [C] (de rechtbank begrijpt: [C], de zoon van verdachte en [medeverdachte 1]) tegen haar zei dat er allemaal geld in zijn broek zat. Tevens heeft zij verklaard dat zij dit geld in haar joggingbroek heeft gedaan. [medeverdachte 1] verklaarde niet te weten wanneer [verdachte] (de rechtbank begrijpt: verdachte) het heeft verstopt. Met betrekking tot de sieraden heeft [medeverdachte 1] verklaard dat [verdachte] haar vroeg om het goud uit de keukenkast te pakken en te verstoppen. [medeverdachte 1] verklaarde dat ze het goud toen in haar jaszak had gedaan. Ze dacht dat [verdachte] haar vroeg de sieraden te verstoppen, omdat hij wist dat het gestolen was.
Op 23 december 2012 is in de PI Wolvenplein te Utrecht een gesprek opgenomen tussen verdachte, [medeverdachte 1] en zijn zoon [C]. In het uitgewerkte gesprek is onder meer het volgende opgenomen:
[C]: waarom heb je dat geld (fluistert) in mijn onderbroek gestopt?
[verdachte]: (fluistert) ziet de politie dat
[C]: en waarom dan?
[verdachte]: ssst, nou, want dat mogen ze toch niet hebben.
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 3 (16/701219-12)
De rechtbank is van oordeel dat uit de genoemde wettige bewijsmiddelen overtuigend blijkt, dat de sieraden en het geldbedrag van € 5.650, die zijn weggenomen bij de feiten in respectievelijk Velp en Arnhem, door verdachte en [medeverdachte 1] zijn verborgen om te voorkomen dat de politie dit tijdens de doorzoeking zou vinden. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het witwassen van voornoemd geldbedrag en voornoemde sieraden.
Met betrekking tot het omwisselen van het geldbedrag van 91.710 Nederlandse guldens, overweegt de rechtbank dat uit de omstandigheden kan worden afgeleid dat het kennelijk verdachtes bedoeling was dat deze transactie niet tot hem te herleiden zou zijn. Immers heeft verdachte dit geldbedrag door [X] laten omwisselen in euro’s en heeft hij het bedrag laten storten op de bankrekening van de opa van deze [X], te weten [Y]. Daarbij komt dat verdachte een verhaal, te weten dat dit bedrag van [Y] zou zijn die was vergeten dit geld om te wisselen, heeft bedacht om de werkelijke herkomst van het geld te verhullen. Verdachte heeft daarbij verklaard dat het zijn geld betreft.
Gezien voornoemde feiten en omstandigheden leidt het uitblijven van enige aannemelijke verklaring over de herkomst van het geldbedrag, in combinatie met het feit dat verdachte de afgelopen jaren geen legale inkomstenbron heeft gehad, de rechtbank tot het oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat het bij verdachte aangetroffen geld - onmiddellijk of middellijk - uit enig misdrijf is verkregen en dat verdachte dit ook wist. De rechtbank acht derhalve wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het witwassen van een geldbedrag van 91.710 Nederlandse guldens.
Gelet op het feit dat verdachte zich in een relatief korte periode meermalen heeft schuldig gemaakt aan het witwassen van geldbedragen en sieraden, is de rechtbank van oordeel dat verdachte van het witwassen een gewoonte heeft gemaakt.
Bewijs ten aanzien van feit 1, 27 november 2012 en 3 december 2012 (16/661438-13)
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 tenlastegelegde heeft begaan op grond van het navolgende.
Aangeefster [benadeelde 11] (hierna te noemen: [benadeelde 11]) heeft verklaard dat op 27 november 2012 rond 10.45 uur de huistelefoon ging in haar woning aan de [adres] in [woonplaats]. [benadeelde 11] nam de telefoon op en hoorde een man die haar vertelde dat hij van een bedrijf uit Rotterdam was. De man zei tegen [benadeelde 11] dat de gemeente contact met hem had opgenomen, omdat er een gaslek bij haar huis zou zijn. Vervolgens vroeg de man aan [benadeelde 11] of zij waardevolle spullen in huis had, zoals sieraden. [benadeelde 11] heeft gezegd dat zij dat niet had. Hierna vroeg de man aan [benadeelde 11] of zij geld in huis had. [benadeelde 11] heeft daarop gezegd dat zij dat had. De man vertelde [benadeelde 11] dat zij dat geld beter kon pakken en ergens beneden in haar huis kon neerleggen, voor het geval zij door de gasbel ineens weg zou moeten. De man adviseerde [benadeelde 11] om meteen de spullen te pakken en vertelde haar dat er een monteur onderweg was. [benadeelde 11] heeft vervolgens haar geld, dat in een plastic tasje zat, gepakt. Het waren allemaal briefjes van vijftig euro en het was een bedrag van 9.000 euro. Op het moment dat [benadeelde 11] naar beneden liep, werd er bij de voordeur aangebeld. [benadeelde 11] heeft het tasje met geld bovenop de kapstok gelegd en heeft de voordeur geopend. Voor de deur zag [benadeelde 11] een blanke, Nederlandse man staan van ongeveer 1.90 meter lang. De man liet aan [benadeelde 11] een legitimatiebewijs zien. [benadeelde 11] heeft de man gezegd dat zij even naar de telefoon moest om de man aan de telefoon te vertellen dat de monteur er was. [benadeelde 11] is daarop naar de woonkamer gegaan. De man aan de telefoon vertelde [benadeelde 11] dat zij geluk had omdat het geen gasbel maar een luchtbel was. Vervolgens heeft [benadeelde 11] de telefoon opgehangen. [benadeelde 11] liep naar de hal en zag dat de man aan de voordeur er niet meer was. Gelijk daarna zag [benadeelde 11] ook dat het geld weg was.
Op 3 december 2012 omstreeks 10.00 uur hoorde aangeefster [benadeelde 13] (hierna te noemen: [benadeelde 13]), wonende aan het [adres] in [woonplaats], dat de telefoon overging. Toen zij de telefoon opnam, hoorde zij een man die vertelde dat hij van de gemeente was en dat er waarschijnlijk een gaslek bij [benadeelde 13] was, waarnaar hij moest komen kijken. De man gaf aan dat er gevaar zou kunnen ontstaan voor een eventuele explosie en vroeg of [benadeelde 13] voor de zekerheid een dekking wilde afsluiten van 400.000 euro. [benadeelde 13] zei daarop dat dit akkoord was. Toen [benadeelde 13] naar beneden ging, hoorde zij dat er op de deur werd gebonkt. [benadeelde 13] opende de deur maar zag niemand staan. Na enkele minuten zag [benadeelde 13] een man de woonkamer binnenlopen. De man stelde zich aan [benadeelde 13] voor als iemand van de gemeente en zei dat hij voor het gaslek kwam. Vervolgens vroeg de man aan [benadeelde 13] of er geld in de woning lag. [benadeelde 13] vertelde de man dat haar portemonnee in een linnen tas aan de rollator hing en wees deze aan. Hierop zag [benadeelde 13] dat de man de linnen tas van de rollator rukte en naar buiten rende. [benadeelde 12] liep op dat moment in de tuin en zag de man wegrennen. Hij was slecht ter been, maar probeerde toch achter de man aan te rennen en heeft daarbij geroepen dat ze de dief moesten tegenhouden.
Aangever [benadeelde 15] (hierna te noemen: [benadeelde 15]), wonende aan de [adres] in [woonplaats], heeft verklaard dat hij op 3 december 2012 omstreeks 12.45 uur werd gebeld door iemand die zei dat hij van de gemeente was. De man zei tegen [benadeelde 15] dat er een gaslek was, er een kans was op ontploffing en dat hij een collega langs zou sturen. Enkele minuten later werd er aangebeld door een man. De man zei tegen [benadeelde 15] dat er kans was op explosies en dat hij, [benadeelde 15], het huis uit moest. Hij zei dat [benadeelde 15] geld moest pakken en daarna snel naar buiten moest gaan. [benadeelde 15] heeft vervolgens twee pakketten met geld uit de kluis gehaald: een bedrag van 8.000 euro van zichzelf en een bedrag van tussen de 15.000 en 25.000 euro van zijn vrouw. Het geld heeft [benadeelde 15] op een krukje neergelegd wat in de gang van zijn woning staat. [benadeelde 15] is vervolgens naar boven gelopen. Toen hij weer naar beneden liep, zag hij dat de man weg was en dat het geld ook weg was.
Op 27 november 2012 om 11.14 uur is [benadeelde 11] gebeld op haar huistelefoon door een man die heeft gezegd dat er een gaslek zou zijn op haar woonadres. Uit het telecomonderzoek is gebleken dat de man die [benadeelde 11] heeft gebeld, gebruik heeft gemaakt van het telefoonnummer [telefoonnummer]. Uit de historische belgegevens blijkt dat dit nummer op 26 november 2012 voor het eerst gebruikt is. Op 26 november 2012 zijn er acht contactmomenten geweest met de nummerinformatiedienst 1888. Op 27 november 2012 werd door dit nummer om 11.01 uur gebeld met het nummer [telefoonnummer]. Het telefoonnummer [telefoonnummer] staat op naam van de heer [benadeelde 12] en mevrouw [benadeelde 13] en is aangesloten op het adres [adres] in [woonplaats].
Op 4 december 2012 heeft [benadeelde 13] verklaard dat ze op 3 december 2012 omstreeks 13.00 uur werd gebeld door mevrouw [benadeelde 14], wonende op de [adres](de rechtbank begrijpt: [adres] in [woonplaats] en dat [benadeelde 14] vertelde dat zij haar portemonnee had gevonden naast een prullenbak.
Op 3 december 2012 werd verbalisant [verbalisant 2] op het [adres] in [woonplaats] aangesproken door een vrouw, genaamd [K]. Mevrouw [K] deelde aan verbalisant mee dat zij nabij haar woning was en iemand hoorde roepen “houd de dief, houd de dief”. [K] verklaarde vervolgens dat ze een man zag hollen en een stuk daarachter een oude man met een wandelstok. Ze zag dat de hollende man naar een bruine Volkswagen Caddy holde en op de bijrijdersplaats ging zitten. Daarna zag ze de auto wegrijden. Over de Volkswagen Caddy merkte [K] nog op dat dit een vrij nieuw model was en dat de kleur melkchocoladebruin was.
Uit een factuur van [bedrijf], factuurdatum 13 januari 2011, blijkt dat de Volkswagen Caddy met kenteken [kenteken], de kleur ‘Toffee braun metallic’ heeft.
Op 27 november 2012 om 10.35 uur is de Volkswagen Caddy, met kenteken [kenteken], welke op naam van verdachte staat, geflitst voor een snelheidsovertreding, gepleegd op de Rijksweg A15 rechts, ter hoogte van Ridderkerk, hectometerpaal 72,0.
Uit de cameraregistratie van ARS T&TT, een bedrijf dat verkeersgegevens verzamelt en analyseert, blijkt dat op 3 december 2012 om 10.15 uur de passage is geregistreerd van een voertuig met het kenteken [kenteken], welke op naam staat van verdachte. De door ARS T&TT opgegeven locatie bevindt zich hemelsbreed op nog geen twee kilometer afstand van het [adres] in [woonplaats].
Tijdens de fotobewijsconfrontatie op 29 november 2012 heeft [benadeelde 11] verdachte aangewezen als de man die bij haar binnen is geweest. [benadeelde 11] heeft daarbij verklaard: “Hij lijkt er heel erg op, ik denk dat hij het is”.
Op 4 december 2012 heeft met aangeefster [benadeelde 13] een fotobewijsconfrontatie plaats¬gevonden. Aangeefster [benadeelde 13] heeft hierbij verdachte aangewezen en verklaard: “Die nummer één lijkt er het meest op. Ik denk dat dat hem is”. Foto nummer één betreft een foto van verdachte.
Op 4 december 2012 heeft aangever [benadeelde 12] deelgenomen aan een fotobewijs¬confrontatie. [benadeelde 12] heeft verklaard dat de foto van verdachte ervoor in aanmerking kwam.
Uit telecommunicatieonderzoek blijkt dat verdachte de hoofdgebruiker is van het telefoonnummer [telefoonnummer]. Een enkel gesprek wordt gevoerd door zijn partner [medeverdachte 1]. Op 3 december 2012 om 14.15 uur is van voornoemd telefoonnummer het volgende gesprek opgenomen.
NN : Is ie nog niet terug?
[medeverdachte 1] : Nee ik heb hem niet meer gezien ehh voor hij vanmorgen dus ehh
NN : Heeft ie zijn telefoon thuis liggen of zo?
[medeverdachte 1]: : Ja
NN : Ohhh want ik ben de hele tijd aan het bellen ik krijg hem niet te pakken
[medeverdachte 1]: : Ja
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 1, 27 november 2012 en 3 december 2012 (16/661438-13)
Op grond van voornoemde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, komt de rechtbank tot de conclusie dat het verdachte was die op 27 november 2012 en 3 december 2012 met zijn Volkswagen Caddy naar Rotterdam en Papendrecht is gereden en daar de onder feit 1 tenlastegelegde feiten heeft begaan.
De rechtbank is van oordeel dat de feiten in Papendrecht tezamen en in vereniging zijn gepleegd. De rechtbank overweegt daartoe dat aangeefster [benadeelde 11] nog telefonisch contact had met de man die haar vertelde over het gaslek op het moment dat een andere man bij haar deur aanbelde. Ten aanzien van het feit op 3 december 2012 aan het [adres] in [woonplaats] zag getuige [K] dat de bijrijder op de bestuurderstoel ging zitten op het moment dat de dader naar de auto rende, waarna de auto meteen is weggereden. Daarnaast wordt door aangeefster [benadeelde 13] verklaard dat haar man, [benadeelde 12], is gebeld door een collega van de man die in hun woning was.
Bewijs ten aanzien van feit 2, opzettelijk aanwezig hebben van hennep (16/661438-13)
Aangezien verdachte dit feit heeft bekend en de raadsman niet tot vrijspraak heeft gepleit, volstaat de rechtbank, met toepassing van artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering, met een opsomming van de bewijsmiddelen.
- -
het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door [verbalisant 3], brigadier van Politie Utrecht;
- -
het rapport Opiumwet, opgemaakt door [verbalisant 4], buitengewoon opsporingsambtenaar van Politie Utrecht;
- -
De bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting, inhoudende dat de drugs die zijn aangetroffen van hem zijn en dat hij die had voor eigen gebruik.
5. Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4 genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
(ten aanzien van parketnummer 16/701219-12)
Feit 1
op 11 december 2012 te Velp, gemeente Rheden, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen sieraden, waaronder een armband en drie broches en een ring (met bloedkoraal) en halskettingen, toebehorende aan [benadeelde 2] (geboren in 1921) en [benadeelde 3] (geboren in 1920);
en
op 11 december 2012 te Arnhem, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels,
[benadeelde 4] (geboren in 1922) en [benadeelde 5] (geboren in 1927) heeft bewogen tot de afgifte van een mapje met enveloppen met geld, hebbende verdachte toen aldaar met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en bedrieglijk
- -
bij de woning van voornoemde [benadeelde 4] en [benadeelde 5] aangebeld en
- -
zich voorgedaan als medewerker van "de gemeentegas", en
- -
tegen die [benadeelde 4] en die [benadeelde 5] - kort en zakelijk weergegeven - gezegd dat er een gaslek was en dat er al diverse mensen waren geëvacueerd en dat er mogelijk brand uit zou kunnen breken en gevraagd of die [benadeelde 4] en [benadeelde 5] geld of sieraden in huis hadden, en waardoor voornoemde [benadeelde 4] en [benadeelde 5] werden bewogen tot bovenomschreven afgifte;
Feit 2
op tijdstippen in de periode van 1 januari 2012 tot en met 11 december 2012 te Tilburg, telkens ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, onder meer:
(op 5 december 2012 te Tilburg)
[benadeelde 9] (geboren in 1937) te bewegen tot de afgifte van geld en/of
sieraden, tezamen en in vereniging met een ander, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid als volgt heeft gehandeld: zijnde en/of hebbende hij, verdachte,
- -
op een voordeur gebonsd en aangebeld bij de woning van die [benadeelde 9] (gelegen aan de [adres]) en
- -
zich daarbij voorgedaan als een bonafide medewerker van de gemeente (Tilburg) en/of een energiebedrijf, althans een soortgelijk(e) instelling/instantie/bedrijf en/of
- -
kort en zakelijk weergegeven :
- -
tegen die [benadeelde 9] gezegd dat er een gaslek was in haar straat en in haar buurt en hij de gasleiding diende af te sluiten en dat hij de gehele inboedel van die [benadeelde 9] gratis kon verzekeren, en
- -
die [benadeelde 9] gevraagd of zij geld en sieraden in haar woning had liggen en zij dit geld en deze sieraden wilde laten zien zodat hij de waarde kon bepalen in verband met de verzekering
en
(op 5 december 2012 te Tilburg)
[benadeelde 10] (geboren in 1925) te bewegen tot de afgifte van geld en/of sieraden, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid als volgt heeft gehandeld:
zijnde en/of hebbende hij, verdachte,
- -
aangebeld bij de woning van die [benadeelde 10] (gelegen aan de [adres]) en vervolgens die woning binnengelopen, en
- -
zich daarbij voorgedaan als een medewerker van de gemeente (Tilburg) en/of
een energiebedrijf, althans een soortgelijk(e) instelling/instantie/bedrijf
en/of
- -
kort en zakelijk weergegeven :
- -
tegen die [benadeelde 10] gezegd dat er in de buurt mogelijk een gasexplosie zou komen en dat hij uit voorzorg het gas in de woning af kwam sluiten, en
- -
met die [benadeelde 10] door die woning gelopen en
- -
die [benadeelde 10] gevraagd of zij geld en/of sieraden in huis had;
telkens zijnde de uitvoering van het voorgenomen misdrijf niet voltooid.
Feit 3
in de periode van 1 januari 2012 tot en met 20 februari 2013, te Arnhem en te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft hij, verdachte en/of zijn mededader(s) geldbedragen en sieraden, de herkomst en de vindplaats verborgen en verhuld, terwijl hij wist dat die voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf, immers heeft hij, en/of zijn mededader(s)
- -
(op 5 maart 2012 te Amsterdam) een bedrag van ongeveer NLG 91.710,- omgewisseld bij De Nederlandsche Bank en het omgewisselde bedrag, ten bedrage van ongeveer EUR 41.616,18, laten storten op een bankrekening op naam van [Y], niet zijnde verdachte en zijn mededader(s), en vervolgens (steeds delen van) dit bedrag van die rekening gehaald of laten halen en (vervolgens) gebruikt ten gunste van (uitgaven van) hem, verdachte en/of zijn mededader(s), en
- -
(op 11 december 2012 te Arnhem) tijdens een doorzoeking van zijn, verdachtes woning, een bedrag, in totaal ten bedrage van ongeveer EUR 5.650 en sieraden op zich gedragen
teneinde te voorkomen dat dit geld en deze sieraden zouden worden gevonden tijdens voornoemde doorzoeking;
(ten aanzien van parketnummer 16/661438-13)
Feit 1
op tijdstippen in de periode van 1 januari 2012 tot en met 11 december 2012 te Papendrecht en Rotterdam, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
(op of omstreeks 27 november 2012 te Papendrecht)
tezamen en in vereniging met een ander een plastic tas met daarin enveloppen met daarin in totaal een geldbedrag van ongeveer 9.000 euro, toebehorende [benadeelde 11] (geboren in 1927) en haar echtgenoot;
en
(op of omstreeks 3 december 2012 te Papendrecht)
tezamen en in vereniging met een ander een linnen tas met daarin twee portemonnees met daarin onder meer een geldbedrag van ongeveer 1.100 euro, en een rijbewijs en een ID-kaart en een sleutelbos, toebehorende aan [benadeelde 12] (geboren in 1927) en [benadeelde 13] (geboren in 1933);
en
(op of omstreeks 3 december 2012 te Rotterdam)
geldbedragen, in totaal ten bedrage van 23.000 euro, toebehorende aan [benadeelde 15] (geboren in 1924) en diens echtgenote;
Feit 2
op 11 december 2012 te Arnhem, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 1413 gram hasjiesj en 13,72 gram hennep, zijnde hasjiesj en hennep middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
6. De strafbaarheid van het feit
Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar als
- (16/701219-12)
Feit 1: diefstal en oplichting
Feit 2: medeplegen van poging tot oplichting en poging tot oplichting
Feit 3: gewoontewitwassen
- (16/661438-13)
Feit 1: diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd en diefstal
Feit 2: opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
7. De strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
8. Motivering van de straffen en maatregelen
8.1
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door haar bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaren, met aftrek van voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat de eis van de officier van justitie veel te hoog is en heeft daarbij gewezen op een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 27 februari 2013 (LJN: BZ5707). De verdediging heeft betoogd dat, nu verdachte in onderhavige zaak kan worden veroordeeld voor twee oplichtingen, de duur van de gevangenisstraf substantieel moet worden verlaagd.
Tevens heeft de verdediging aangevoerd dat verdachte authentiek berouw heeft getoond van zijn daden. Het feit dat verdachte pas bij de rechter-commissaris openheid van zaken heeft gegeven over de feiten in Velp en Arnhem kan hem niet worden tegengeworpen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich, al dan niet samen met een ander schuldig gemaakt aan (pogingen tot) diefstal en oplichting in een zevental woningen van (hoog) bejaarde mensen. Verdachte heeft zijn slachtoffers kennelijk bewust uitgekozen op hun hoge leeftijd en dientengevolge op hun kwetsbaarheid. Hij heeft hen daarbij op een wijze benaderd die bij hen een angstreactie teweeg moest brengen, doorgaans door als gefingeerde medewerker van de gemeente of het gasbedrijf zijn slachtoffers te vertellen dat er een gaslek in hun woning zou zijn en/of dat er explosiegevaar zou zijn. Van het vertrouwen dat verdachte (en zijn mededader) in die hoedanigheid uitstraalden maakten zij misbruik door hun slachtoffers, die zich mede door hun hoge leeftijd meer dan een ander in een hulpbehoevende situatie bevinden, te bewegen geldbedragen en sieraden af te geven of van hen weg te nemen.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het witwassen van geld en goederen die hij kort daarvoor door misdrijf verkregen had. Ook heeft verdachte op slinkse wijze een groot geldbedrag omgewisseld in euro’s en dit bedrag laten storten op een bankrekening van een onschuldige derde. Ten slotte heeft verdachte een hoeveelheid softdrugs voorhanden gehad.
De rechtbank is van oordeel dat met name de (pogingen tot) diefstallen en oplichtingen buitengewoon ernstige feiten zijn. Verdachte heeft deze door hun hoge leeftijd kwetsbare personen doelbewust als gemakkelijke prooi uitgekozen en hen op een uitgekookte, voorbedachte en geoefende wijze benaderd. Met zijn optreden heeft verdachte het vertrouwen van zijn slachtoffers ernstig geschaad. De rechtbank neemt hierbij ook in aanmerking dat de feiten steeds werden gepleegd bij de slachtoffers thuis, waardoor het gevoel van veiligheid dat een ieder in en rond zijn huis probeert te waarborgen, ernstig is geschaad. Bovendien brengen deze feiten ook een gevoel van onbehagen teweeg in de omgeving van de slachtoffers, bij hun familieleden en in de samenleving in het algemeen.
Ten nadele van verdachte neemt de rechtbank voorts in aanmerking dat verdachte, nadat hij op 16 november 2012 is ontslagen uit zijn detentie, al op 27 november 2012 zich schuldig heeft gemaakt aan een diefstal in Papendrecht. Daarna heeft verdachte in een zeer korte tijd nog zes (pogingen tot) diefstallen/oplichtingen gepleegd. Kennelijk heeft verdachte niets geleerd van de periode dat hij gedetineerd heeft gezeten. De rechtbank vindt dit zorgelijk.
De rechtbank heeft met betrekking tot de persoon van de verdachte gelet op het uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 28 januari 2013, waaruit blijkt dat verdachte in het verleden is veroordeeld voor oplichtingen en aan verdachte ook de afgelopen jaren straffen zijn opgelegd voor vermogensmisdrijven.
Tevens heeft de rechtbank met betrekking tot de persoon van de verdachte acht geslagen op het reclasseringsrapport d.d. 21 mei 2013. Een reclasseringstoezicht acht de rechtbank evenwel niet aan de orde. De bewezenverklaarde feiten en de persoon van de verdachte nopen tot een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
De rechtbank ziet echter in de omstandigheid dat verdachte van een viertal (pogingen tot) oplichtingen en diefstallen is vrijgesproken, welke feiten door de officier van justitie in haar strafeis zijn verdisconteerd, aanleiding om af te wijken van de vijf jaren gevangenisstraf zoals dit door de officier van justitie is gevorderd.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren passend en geboden is.
9. Het beslag
9.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat alle goederen die op de beslaglijst (welke aan dit vonnis als bijlage is gehecht) staan vermeld, moeten worden verbeurd verklaard, aangezien deze goederen alle -middellijk of onmiddellijk- van misdrijf afkomstig zijn.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht de in beslag genomen computer terug te geven aan verdachte of zijn ex-partner [medeverdachte 1], aangezien deze computer erg belangrijk is voor de ex-partner van verdachte, gelet op het feit dat zij momenteel een opleiding volgt. Daarnaast heeft de verdediging aangevoerd dat kleding van [medeverdachte 1] aan haar kan worden teruggegeven, aangezien niet blijkt dat deze zijn gekocht met geld dat van misdrijf afkomstig is. Met betrekking tot de iPad heeft de verdediging verzocht deze terug te geven aan de zoon van verdachte, omdat de iPad veel persoonlijke gegevens bevat.
Ten aanzien van de overige goederen heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Onder verdachte zijn de goederen in beslag genomen die vermeld staan op de aan dit vonnis gehechte bijlage.
Het onder volgnummer 1 op de lijst vermelde voorwerp, te weten een geldbedrag van € 5.650,-, behoort aan verdachte en/of zijn partner [medeverdachte 1] toe. Verdachte kan dit voorwerp geheel of ten dele ten eigen bate aanwenden. Nu dit voorwerp geheel of grotendeels door middel van het onder feit 1 (gepleegd op 11 december 2012 te Arnhem) bewezen geachte is verkregen, wordt dit voorwerp verbeurd verklaard.
De rechtbank gelast de teruggave aan verdachte van alle overige in deze bijlage genoemde goederen, aangezien onvoldoende is komen vast te staan dat deze goederen onmiddellijk of middellijk van misdrijf afkomstig zijn.
10. Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
10.1
De eis van de officier van justitie
Benadeelde partij [benadeelde 5]
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering van benadeelde partij [benadeelde 5] geheel toe te wijzen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Benadeelde partij [benadeelde 15]
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 15] geheel toe te wijzen wat betreft de immateriële schade. Met betrekking tot de materiële schade heeft de officier van justitie gevorderd de hoogte van de schade te schatten op € 23.000,- aangezien dit bedrag in eerste instantie in de aangifte van [benadeelde 15] is vermeld. De officier van justitie heeft verzocht de vordering voor het overige niet-ontvankelijk te verklaren.
Benadeelde partij [benadeelde 1]
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] heeft de officier van justitie gevorderd die geheel toe te wijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente. Daarnaast heeft de officier van justitie verzocht de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Benadeelde partij [benadeelde 4]
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 4] toe te wijzen tot een bedrag van € 41.294, vermeerderd met de wettelijke rente. Daarnaast heeft de officier van justitie verzocht de schadevergoedingsmaatregel op te leggen. De officier van justitie heeft gevraagd de vordering voor het overige niet-ontvankelijk te verklaren.
10.2
Het standpunt van de verdediging
Benadeelde partij [benadeelde 5]
De verdediging heeft zich ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 5] gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Benadeelde partij [benadeelde 15]
Door de verdediging is bepleit de vordering van benadeelde partij [benadeelde 15] af te wijzen, aangezien het aan de vordering ten grondslag liggende strafbare feit niet bewezen kan worden verklaard.
Benadeelde partij [benadeelde 1]
De verdediging heeft betoogd dat, gelet op de bepleite vrijspraak, de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] dient te worden afgewezen.
Benadeelde partij [benadeelde 4]
Primair heeft de verdediging bepleit dat niet kan worden vastgesteld dat het geldbedrag dat door verdachte zou zijn witgewassen afkomstig is van de benadeelde partij [benadeelde 4]. Subsidiair is de verdediging van mening dat de schade geen direct gevolg is van het ten laste gelegde feit. De verdediging heeft bepleit dat de vordering dient te worden afgewezen.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
Benadeelde partij [benadeelde 5]
De benadeelde partij [benadeelde 5] vordert een schadevergoeding van € 1.575,- voor feit 1 (16/701219-12).
De behandeling van de vordering van [benadeelde 5], levert niet een onevenredige belasting van het strafgeding op. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 1 bewezen geachte feit (op 11 december 2012) rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze op € 1.575,- (zegge duizendvijfhonderd¬vijfenzeventig euro), aan materiële schade. De vordering kan dan ook tot dat bedrag worden toegewezen.
Met betrekking tot de toegekende vordering benadeelde partij zal de rechtbank tevens de gevorderde wettelijke rente toekennen vanaf 11 december 2012 en de schademaatregel opleggen.
Benadeelde partij [benadeelde 15]
De benadeelde partij [benadeelde 15] vordert een schadevergoeding tussen de € 30.300,- en € 50.300,- voor feit 1, gepleegd op 3 december 2012 in Rotterdam (16/661438-13).
De behandeling van de vordering van [benadeelde 15], levert niet een onevenredige belasting van het strafgeding op. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 1 bewezen geachte feit (op 3 december 2012 in Rotterdam) rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze op € 23.000,- (zegge drieëntwintigduizend euro) aan materiële schade. De rechtbank overweegt daartoe dat dit het bedrag is dat in de aangifte staat vermeld als geleden schade. De vordering kan dan ook tot dat bedrag worden toegewezen.
Met betrekking tot de toegekende vordering benadeelde partij zal de rechtbank tevens de gevorderde wettelijke rente toekennen vanaf 3 december 2012 en de schademaatregel opleggen.
Voor het overige acht de rechtbank het gevorderde bedrag onvoldoende aannemelijk gemaakt en zij zal de benadeelde partij daarom voor dat deel niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering. Voor dat deel kan de benadeelde partij haar vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Benadeelde partij [benadeelde 1]
De benadeelde partij [benadeelde 1] vordert een schadevergoeding van € 3.000,- voor feit 1, gepleegd op 24 mei 2012 in Soest (16/701219-12).
Nu aan verdachte ter zake het op 24 mei 2012 in Soest gepleegde feit (16/701219-12, feit 1) - zonder toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht - geen straf of maatregel is opgelegd, is de benadeelde partij [benadeelde 1] in de vordering niet-ontvankelijk. De benadeelde partij kan haar vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Benadeelde partij [benadeelde 4]
De benadeelde partij [benadeelde 4] vordert een schadevergoeding van € 101.775,48 voor feit 3 (16/701219-12).
De rechtbank overweegt dat uit het dossier niet is gebleken dat verdachte betrokken is geweest bij de diefstal/oplichting op 4 januari 2012 waarvan [benadeelde 4] aangifte heeft gedaan. Verdachte wordt veroordeeld voor het witwassen van een groot geldbedrag, dat mogelijk afkomstig is van deze diefstal/oplichting. Nu niet is gebleken dat het bewezen geachte feit [benadeelde 4] rechtstreeks schade heeft toegebracht, is de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk. De benadeelde partij kan haar vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
11. Toepasselijke wettelijke voorschriften
12. Beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
- -
verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 5 is omschreven;
- -
spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- -
verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
- (16/701219-12)
Feit 1: diefstal en oplichting
Feit 2: medeplegen van poging tot oplichting en poging tot oplichting
Feit 3: gewoontewitwassen
- (16/661438-13)
Feit 1: diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd en diefstal
Feit 2: opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod
- -
verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- -
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 3 jaren;
- -
bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Beslag
- -
verklaart verbeurd het volgende in beslag genomen voorwerp, te weten een bedrag van
€ 5.650,- (volgnummer 1 op de aangehechte lijst, goednummer PL0900-2012249133-G784579);
- -
gelast de teruggave aan verdachte van alle overige in de aangehechte lijst genoemde goederen;
Benadeelde partijen
- -
vordering [benadeelde 5]
• veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 5] van € 1.575,- ter zake van materiële schade en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 11 december 2012 tot aan de dag der algehele voldoening;
• veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij [benadeelde 5] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
• legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 5], € 1.575,- te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente berekend vanaf het ontstaan van de schade, te weten 11 december 2012, bij niet betaling te vervangen door 30 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
• bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
- -
vordering [benadeelde 15]
• veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 15] van € 23.000,- ter zake van materiële schade en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 3 december 2012 tot aan de dag der algehele voldoening;
• verklaart de benadeelde partij [benadeelde 15] niet-ontvankelijk voor het overige deel van haar vordering en bepaalt dat dit deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
• veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij [benadeelde 15] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
• legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 15], € 23.000,- te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente berekend vanaf het ontstaan van de schade, te weten 3 december 2012, bij niet betaling te vervangen door 150 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
• bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
- -
vordering [benadeelde 1]
• verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk in haar vordering;
• bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- -
vordering [benadeelde 4]
• wijst af de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 4];
• bepaalt dat de benadeelde partij [benadeelde 4] en de verdachte ieder de eigen kosten dragen.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.P.W. Helmonds, voorzitter, mrs. N.H.J.M. Veldman-Gielen en V. van Dam, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.C. van Reenen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 19 juni 2013.
Mr. N.H.J.M. Veldman-Gielen is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE : De tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt ten laste gelegd dat
Parketnummer 16/701219-12
- 1.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2012
tot en met 11 december 2012 te Soest en/of Velp, gemeente Rheden, en/of
Arnhem, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens)
met het oogmerk om zich en/of (een) ander (en) wederrechtelijk te bevoordelen
(telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse
hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een
samenweefsel van verdichtsels, onder meer :
(op of omstreeks 24 mei 2012 te Soest)
[benadeelde 1] (geboren in 1923) heeft/hebben bewogen tot de afgifte van
(enveloppen met) geld, in totaal ten bedrage van ongeveer EUR 3000,-, in elk
geval van enig goed, hebbende en/of zijnde verdachte en/of zijn mededader(s)
toen aldaar met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk
valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- -
gebeld naar voornoemde [benadeelde 1] en/of zich daarbij voorgedaan als een
bonafide medewerker van een gasbedrijf en/of - kort en zakelijk weergegeven
- -
tegen die [benadeelde 1] gezegd dat er een gaslek was in of nabij diens woning en
die [benadeelde 1] gevraagd of deze spullen van waarde in zijn huis had liggen,
en/of
- -
kort daarop bij de woning van die [benadeelde 1] langsgegaan en/of zich
(daarbij) voorgedaan als een bonafide medewerker van een gasbedrijf
en/of gevraagd - kort en zakelijk weergegeven - of hij mocht kijken hoe de
situatie in het huis was en/of hij in het huis mocht kijken in verband met
een mogelijke gasbel/gaslek, en/of
- -
(daarbij/vervolgens) die [benadeelde 1] gevraagd waar hij geld had liggen en/of die
[benadeelde 1] hem, verdachte, dit geld wilde laten zien, en/of
- -
(vervolgens, nadat die [benadeelde 1] hem, verdachte, voornoemde enveloppen met
voornoemd geldbedrag(en) had laten zien) tegen die [benadeelde 1] gezegd dat hij,
verdachte, dit geld mee moest nemen om er een foto van te maken voor zijn
verzekering, althans (telkens) woorden van gelijke aard of strekking,
en/of
(op of omstreeks 11 december 2012 te Velp, gemeente Rheden)
[benadeelde 2] (geboren in 1921) en/of [benadeelde 3] (geboren in 1920)
heeft/hebben bewogen tot de afgifte van één of meer sierad(a)d(en), waar onder
een armband en/of drie, in elk geval één of meer, broche(s) en/of een ring
(met bloedkoraal) en/of één of meer halsketting(en), in elk geval van enig
goed, hebbende en/of zijnde verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar met
vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of
listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- -
langsgegaan bij die [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] in hun woning (gelegen aan de
- [adres])
en/of zich daarbij voorgedaan als politie(agenten) en/of
- -
(vervolgens) die woning binnengegaan en/of die [benadeelde 2] en/of die [benadeelde 3]
gevraagd of zij/hij geld en/of sieraden in huis had(den), en/of
- -
(vervolgens) die voornoemde sieraden en/of geld gepakt en/of meegenomen,
en/of
(op of omstreeks 11 december 2012 te Arnhem)
[benadeelde 4] (geboren in 1922) en/of [benadeelde 5] (geboren in 1927) heeft/hebben
bewogen tot de afgifte van een map(je) met (enveloppen met) geld, in elk geval
van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar
(telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk
valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- -
bij de woning van voornoemde [benadeelde 4] en/of [benadeelde 5] aangebeld en/of zich
voorgedaan als bonafide medewerker van "de gemeentegas", althans van een
soortgelijk(e) (gas-/energie)bedrijf/instelling, en/of tegen die [benadeelde 4]
en/of die [benadeelde 5] - kort en zakelijk weergegeven - gezegd dat er een gaslek
was en/of dat er al diverse mensen waren geëvacueerd en/of dat er mogelijk
brand uit zou kunnen breken en/of gevraagd of die [benadeelde 4] en/of [benadeelde 5] geld of
sieraden in huis hadden, althans (steeds) woorden van gelijke aard of
strekking, en/of
- -
nadat die [benadeelde 4] en/of [benadeelde 5] voornoemd (mapje met) geld had laten zien, dit
(mapje met) geld meegenomen,
waardoor voornoemde [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3], en/of [benadeelde 4]
en/of [benadeelde 5] (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
en/of
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2012
tot en met 11 december 2012 te Soest en/of Velp, gemeente Rheden, en/of
Arnhem, althans in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen :
(op of omstreeks 244 mei 2012 te Soest)
(een enveloppen met) geld, in totaal ten bedrage van ongeveer EUR 3000,-, in
elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] (geboren
in 1923), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
en/of
(op of omstreeks 11 december 2012 te Velp, gemeente Rheden)
één of meer sierad(a)d(en), waar onder een armband en/of drie, in elk geval
één of meer, broche(s) en/of een ring (met bloedkoraal) en/of één of meer
halsketting(en), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan [benadeelde 2] (geboren in 1921) en/of [benadeelde 3] (geboren in 1920),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
en/of
(op of omstreeks 11 december 2012 te Arnhem)
een map(je) met (enveloppen met) geld, in elk geval enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan [benadeelde 4] (geboren in 1922) en/of [benadeelde 5] (geboren in
1927), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s);
- 2.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2012
tot en met 11 december 2012 te Ede (Gelderland) en/of Utrecht en/of Zeist
en/of Tilburg, althans in Nederland,
(telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens)
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van
verdichtsels, onder meer :
(op of omstreeks 23 november 2012 te Ede)
[benadeelde 6] (geboren in 1951) te bewegen tot de afgifte van geld en/of
sieraden, in elk geval van enig goed, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven
- -
opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met
de waarheid als volgt heeft gehandeld: zijnde en/of hebbende hij, verdachte,
en/of (één of meer van) zijn mededader(s)
- -
gebeld naar voornoemde [benadeelde 6] en/of zich daarbij voorgedaan als een
persoon genaamd "[naam]", in elk geval een soortgelijke naam, en/of als
een bonafide medewerker van de gemeente (Ede) en/of
- -
kort en zakelijk weergegeven :
- -
tegen die [benadeelde 6] gezegd dat er in het huis van die [benadeelde 6]
(gelegen aan de [adres]) een gasbel was en/of
- -
die [benadeelde 6] gevraagd of zij goud en/of geld in huis had omdat dit
verzekerd moest worden en/of
- -
tegen die van [benadeelde 6] gezegd dat zij dat goud en/of andere waardevolle
spullen in een kluis (in de woning van die [benadeelde 6]) moest verzamelen
en/of dat een collega langs zou komen om naar de gasmeter en de CV-ketel
te kijken, althans (telkens) woorden van gelijke aard of strekking, en/of
- -
kort daarop bij de woning van die [benadeelde 6] langsgegaan en/of zich daarbij
voorgedaan als een bonafide medewerker van de gemeente (Ede) en/of een
energiemaatschappij, in elk geval een soortgelijk(e) instantie/bedrijf en/of
die [benadeelde 6] gevraagd naar de inhoud van voornoemde kluis (waarna die Van
[benadeelde 6] hem, verdachte, de inhoud van die kluis heeft getoond)
en/of
(op of omstreeks 23 november 2012 te Utrecht)
[benadeelde 7] (geboren in 1929) te bewegen tot de afgifte van geld en/of sieraden,
in elk geval van enig goed, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven -
opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met
de waarheid als volgt heeft gehandeld: zijnde en/of hebbende hij, verdachte,
en/of (één of meer van) zijn mededader(s)
- -
bij de woning van die [benadeelde 7] (gelegen aan de [adres]) aangebeld en/of
zich daarbij voorgedaan als bonafide medewerker van de gemeente (Utrecht)
en/of een energiemaatschappij, in elk geval een soortgelijke
instantie/instelling/bedrijf, en/of
- -
kort en zakelijk weergegeven :
- -
tegen die [benadeelde 7] gezegd dat haar gas moest worden afgesloten in verband
met een gaslek en/of
- -
(vervolgens) (onder meer) de/een (huis)kamer en/of een keuken van deze
woning binnengelopen, en/of
- -
die [benadeelde 7] gevraagd of zij geld en/of goud in huis had in verband met de
verzekering voor het geval er een gasexplosie zou komen, althans
(telkens) woorden van gelijke aard of strekking,
en/of
(op of omstreeks 23 november 2012 te Zeist)
[benadeelde 8] (geboren in 1933) te bewegen tot de afgifte van geld en/of
sieraden, in elk geval van enig goed, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven
- -
opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met
de waarheid als volgt heeft gehandeld: zijnde en/of hebbende hij, verdachte,
en/of (één of meer van) zijn mededader(s)
- -
naar die [benadeelde 8] gebeld en/of zich daarbij voorgedaan als een persoon
genaamd "[naam]", althans een daarop gelijkende naam, en/of
- -
zich daarbij voorgedaan als een bonafide medewerker van de Gemeente (Zeist)
en/of een energiemaatschappij, in elk geval een soortgelijk(e)
instantie/instelling/bedrijf en/of
- -
kort en zakelijk weergegeven :
- -
tegen die [benadeelde 8] gezegd dat er in de buurt van de woning van die
[benadeelde 8] (gelegen aan de [adres]) een gaslek was en/of
dat er een collega langs zou komen om het gas af te sluiten, en/of
- -
die [benadeelde 8] gevraagd of zij in verband met de verzekering contant
geld en/of sieraden in huis had,
althans (telkens) woorden van gelijke aard of strekking, en/of
- -
kort daarop bij de woning van die [benadeelde 8] langsgegaan en/of die woning
binnengelopen en/of zich daarbij voorgedaan als een bonafide medewerker van
de gemeente (Zeist) en/of een energiemaatschappij, in elk geval een
soortgelijk(e) instantie/instelling/bedrijf en/of
- -
kort en zakelijk weergegeven :
- -
die [benadeelde 8] gevraagd of hij, verdachte, naar de sieraden kon
kijken in verband met de verzekering, althans woorden van gelijke aard
of strekking, en/of
- -
(in die woning) de/een trap opgegaan en/of gelopen naar de/een
slaapkamer (van die [benadeelde 8]) (gelegen op de eerste etage van
voornoemde woning), en/of
- -
waarna die [benadeelde 8] hem, verdachte, een of meer sieraden heeft
getoond,
en/of
(op of omstreeks 5 december 2012 te Tilburg)
[benadeelde 9] (geboren in 1937) te bewegen tot de afgifte van geld en/of
sieraden, in elk geval van enig goed, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven
- -
opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met
de waarheid als volgt heeft gehandeld: zijnde en/of hebbende hij, verdachte,
en/of (één of meer van) zijn mededader(s)
- -
één of meermalen op een (voor)deur gebonsd/geklopt en/of aangebeld bij de
woning van die [benadeelde 9] (gelegen aan de [adres]) en/of
- -
zich daarbij voorgedaan als een bonafide medewerker van de gemeente
- (Tilburg)
en/of een energiebedrijf, althans een soortgelijk(e)
instelling/instantie/bedrijf en/of
- -
kort en zakelijk weergegeven :
- -
tegen die [benadeelde 9] gezegd dat er een gaslek was in haar straat en/of
in haar buurt, althans nabij haar woning, en/of dat hij de/een
gasleiding diende af te sluiten en/of dat hij de gehele inboedel van
(de woning van) die [benadeelde 9] gratis kon verzekeren, en/of
- -
die [benadeelde 9] gevraagd of zij geld en/of sieraden in haar woning had
liggen en/of zij dit geld en/of deze sieraden wilde laten zien zodat
hij de waarde kon bepalen in verband met de/een verzekering, althans
(telkens) woorden van gelijke aard of strekking,
en/of
(op of omstreeks 5 december 2012 te Tilburg)
[benadeelde 10] (geboren in 1925) te bewegen tot de afgifte van geld en/of
sieraden, in elk geval van enig goed, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven
- -
opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met
de waarheid als volgt heeft gehandeld: zijnde en/of hebbende hij, verdachte,
en/of (één of meer van) zijn mededader(s)
- -
aangebeld bij de woning van die [benadeelde 10] (gelegen aan de [adres])
en/of (vervolgens) die woning binnengelopen, en/of
- -
zich daarbij voorgedaan als een medewerker van de gemeente (Tilburg) en/of
een energiebedrijf, althans een soortgelijk(e) instelling/instantie/bedrijf
en/of
- -
kort en zakelijk weergegeven :
- -
tegen die [benadeelde 10] gezegd dat er in de buurt mogelijk een gasexplosie
zou komen en/of dat hij uit voorzorg het gas in de woning af kwam
sluiten, en/of
- -
met die [benadeelde 10] door die woning gelopen en/of
- -
die [benadeelde 10] gevraagd of zij geld en/of sieraden in huis had, althans
(telkens) woorden van gelijke aard of strekking,
(telkens) zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
en/of
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2012
tot en met 11 december 2012 te Ede (Gelderland) en/of Utrecht en/of Zeist
en/of Tilburg, althans in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening weg te nemen geld en/of sieraden, geheel of ten
dele toebehorende aan [benadeelde 6] en/of [benadeelde 7] en/of [benadeelde 8] en/of [benadeelde 9] en/of [benadeelde 10] en/of één of meer
andere perso(o)n(en), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s), tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, als volgt heeft gehandeld: zijnde en/of hebbende hij,
verdachte, en/of (één of meer van) zijn mededader(s), onder meer:
(op of omstreeks 23 november 2012 te Ede)
- -
gebeld naar voornoemde [benadeelde 6] en/of zich daarbij voorgedaan als een
persoon genaamd "[naam]", in elk geval een soortgelijke naam, en/of als
een bonafide medewerker van de gemeente (Ede) en/of
- -
kort en zakelijk weergegeven :
- -
tegen die [benadeelde 6] gezegd dat er in het huis van die [benadeelde 6]
(gelegen aan de [adres]) een gasbel was en/of
- -
die [benadeelde 6] gevraagd of zij goud en/of geld in huis had omdat dit
verzekerd moest worden en/of
- -
tegen die van [benadeelde 6] gezegd dat zij dat goud en/of andere waardevolle
spullen in een kluis (in de woning van die [benadeelde 6]) moest verzamelen
en/of dat een collega langs zou komen om naar de gasmeter en de CV-ketel
te kijken, althans (telkens) woorden van gelijke aard of strekking, en/of
- -
kort daarop bij de woning van die [benadeelde 6] langsgegaan en/of zich daarbij
voorgedaan als een bonafide medewerker van de gemeente (Ede) en/of een
energiemaatschappij, in elk geval een soortgelijk(e) instantie/bedrijf en/of
die [benadeelde 6] gevraagd naar de inhoud van voornoemde kluis (waarna die Van
[benadeelde 6] hem, verdachte, de inhoud van die kluis heeft getoond)
en/of
(op of omstreeks 23 november 2012 te Utrecht)
- -
bij de woning van die [benadeelde 7] (gelegen aan de [adres]) aangebeld en/of
zich daarbij voorgedaan als bonafide medewerker van de gemeente (Utrecht)
en/of een energiemaatschappij, in elk geval een soortgelijke
instantie/instelling/bedrijf, en/of
- -
kort en zakelijk weergegeven :
- -
tegen die [benadeelde 7] gezegd dat haar gas moest worden afgesloten in verband
met een gaslek en/of
- -
(vervolgens) (onder meer) de/een (huis)kamer en/of een keuken van deze
woning binnengelopen, en/of
- -
die [benadeelde 7] gevraagd of zij geld en/of goud in huis had in verband met de
verzekering voor het geval er een gasexplosie zou komen, althans
(telkens) woorden van gelijke aard of strekking,
en/of
(op of omstreeks 23 november 2012 te Zeist)
- -
naar die [benadeelde 8] gebeld en/of zich daarbij voorgedaan als een persoon
genaamd "[naam]", althans een daarop gelijkende naam, en/of
- -
zich daarbij voorgedaan als een bonafide medewerker van de Gemeente (Zeist)
en/of een energiemaatschappij, in elk geval een soortgelijk(e)
instantie/instelling/bedrijf en/of
- -
kort en zakelijk weergegeven :
- -
tegen die [benadeelde 8] gezegd dat er in de buurt van de woning van die
[benadeelde 8] (gelegen aan de [adres]) een gaslek was en/of
dat er een collega langs zou komen om het gas af te sluiten, en/of
- -
die [benadeelde 8] gevraagd of zij in verband met de verzekering contant
geld en/of sieraden in huis had,
althans (telkens) woorden van gelijke aard of strekking, en/of
- -
kort daarop bij de woning van die [benadeelde 8] langsgegaan en/of die woning
binnengelopen en/of zich daarbij voorgedaan als een bonafide medewerker van
de gemeente (Zeist) en/of een energiemaatschappij, in elk geval een
soortgelijk(e) instantie/instelling/bedrijf en/of
- -
kort en zakelijk weergegeven :
- -
die [benadeelde 8] gevraagd of hij, verdachte, naar de sieraden kon
kijken in verband met de verzekering, althans woorden van gelijke aard
of strekking, en/of
- -
(in die woning) de/een trap opgegaan en/of gelopen naar de/een
slaapkamer (van die [benadeelde 8]) (gelegen op de eerste etage van
voornoemde woning), en/of
- -
waarna die [benadeelde 8] hem, verdachte, een of meer sieraden heeft
getoond,
en/of
(op of omstreeks 5 december 2012 te Tilburg)
[benadeelde 9] (geboren in 1937) te bewegen tot de afgifte van geld en/of
sieraden, in elk geval van enig goed, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven
- -
opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met
de waarheid als volgt heeft gehandeld: zijnde en/of hebbende hij, verdachte,
en/of (één of meer van) zijn mededader(s)
- -
één of meermalen op een (voor)deur gebonsd/geklopt en/of aangebeld bij de
woning van die [benadeelde 9] (gelegen aan de [adres]) en/of
- -
zich daarbij voorgedaan als een bonafide medewerker van de gemeente
- (Tilburg)
en/of een energiebedrijf, althans een soortgelijk(e)
instelling/instantie/bedrijf en/of
- -
kort en zakelijk weergegeven :
- -
tegen die [benadeelde 9] gezegd dat er een gaslek was in haar straat en/of
in haar buurt, althans nabij haar woning, en/of dat hij de/een
gasleiding diende af te sluiten en/of dat hij de gehele inboedel van
(de woning van) die [benadeelde 9] gratis kon verzekeren, en/of
- -
die [benadeelde 9] gevraagd of zij geld en/of sieraden in haar woning had
liggen en/of zij dit geld en/of deze sieraden wilde laten zien zodat
hij de waarde kon bepalen in verband met de/een verzekering, althans
(telkens) woorden van gelijke aard of strekking,
en/of
(op of omstreeks 5 december 2012 te Tilburg)
[benadeelde 10] (geboren in 1925) te bewegen tot de afgifte van geld en/of
sieraden, in elk geval van enig goed, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven
- -
opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met
de waarheid als volgt heeft gehandeld: zijnde en/of hebbende hij, verdachte,
en/of (één of meer van) zijn mededader(s)
- -
aangebeld bij de woning van die [benadeelde 10] (gelegen aan de [adres])
en/of (vervolgens) die woning binnengelopen, en/of
- -
zich daarbij voorgedaan als een medewerker van de gemeente (Tilburg) en/of
een energiebedrijf, althans een soortgelijk(e) instelling/instantie/bedrijf
en/of
- -
kort en zakelijk weergegeven :
- -
tegen die [benadeelde 10] gezegd dat er in de buurt mogelijk een gasexplosie
zou komen en/of dat hij uit voorzorg het gas in de woning af kwam
sluiten, en/of
- -
met die [benadeelde 10] door die woning gelopen en/of
- -
die [benadeelde 10] gevraagd of zij geld en/of sieraden in huis had, althans
(telkens) woorden van gelijke aard of strekking,
(telkens) zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
- 3.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2012 tot en met 20 februari 2013,
te Arnhem en/of te Amsterdam, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, van het
plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft hij, verdachte
en/of zijn mededader(s)
van (een) voorwerp(en), waaronder één of meer geldbedrag(en) en/of één of meer
siera(a)d(en), de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding
en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, althans heeft verborgen
en/of verhuld wie de rechthebbende op dat voorwerp was, of wie bovenomschreven
voorwerp voorhanden had, terwijl hij/zij redelijkerwijs moest vermoeden dat
dat voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf,
immers heeft hij, en/of zijn mededader(s) onder meer
- -
(op of omstreeks 5 maart 2012 te Amsterdam) een bedrag van ongeveer NLG
91.710,- omgewisseld bij de Nederlandse Bank en/of het omgewisselde bedrag,
ten bedrage van ongeveer EUR 41.616,18, laten storten op een bankrekening op
naam van [Y], niet zijnde verdachte en/of zijn mededader(s),
en/of vervolgens (steeds delen van) dit bedrag van die rekening gehaald
en/of laten halen en/of (vervolgens) gebruikt ten gunste van (uitgaven van)
hem, verdachte en/of zijn mededader(s), en/of
- -
(op of omstreeks 11 december 2012 te Arnhem) tijdens een doorzoeking van
zijn, verdachtes woning, één of meer bedrag(en), in totaal ten bedrage van
ongeveer EUR 5.650 en/of één of meer siera(a)d(en) op zich gedragen
(teneinde te voorkomen dat dit geld en/of deze sieraden zouden worden
gevonden tijdens voornoemde doorzoeking;
en/of
- (een)
voorwerp(en), waaronder één of meer geldbedrag(en) en/of één of meer
siera(a)d(en), verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet,
althans van (een) voorwerp(en), waaronder voornoemd(e) geldbedrag(en) en/of
siera(a)d(en), gebruik gemaakt, terwijl hij wist dat bovenomschreven
voorwerp(en) en/of geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig
was/waren uit enig misdrijf;
Parketnummer 16/661438-13
- 1.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2012
tot en met 11 december 2012 te Papendrecht en/of Rotterdam, althans in
Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens)
met het oogmerk om zich en/of (een) ander (en) wederrechtelijk te bevoordelen
(telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse
hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een
samenweefsel van verdichtsels, onder meer :
(op of omstreeks 27 november 2012 te Papendrecht in of nabij een woning
gelegen aan de [adres])
[benadeelde 11] (geboren in 1927) heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (een
plastic tas met daarin) een geldbedrag van ongeveer EUR 9.000, in elk geval
van enig goed, hebbende en/of zijnde verdachte en/of zijn mededader(s) toen
aldaar met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk
valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- -
gebeld naar die [benadeelde 11] en/of zich daarbij voorgedaan als een bonafide
medewerker van een bedrijf uit Rotterdam, althans van een bedrijf en/of
instelling, en/of tegen die [benadeelde 11] onder meer -kort en zakelijk weergegeven-
- *
gezegd dat de gemeente contact met hem had opgenomen omdat er een gaslek
zou zijn nabij de woning van die [benadeelde 11] en/of
- *
gevraagd of zij sieraden of geld in huis had en/of
- *
(nadat die [benadeelde 11] had gezegd dat zij geld in huis had) gezegd dat zij
het geld beter kon pakken en ergens beneden in de woning neerleggen voor
het geval zij vanwege de gasbel ineens de woning zou moeten verlaten
en/of dat er al een monteur onderweg was,
althans (telkens) woorden van gelijke aard of strekking, en/of
(-waarop die [benadeelde 11] voornoemd geldbedrag in een plastic tas(je) in of nabij
de/een hal van die woning heeft gelegd, en/of)
- -
bij (de voordeur van) de woning van die [benadeelde 11] aangebeld en/of zich
voorgedaan als monteur, althans als een medewerker van een
energiemaatschappij, althans een soortgelijke instelling, en/of
- -
(toen die [benadeelde 11] even naar de woonkamer was gelopen, in elk geval naar een
andere plaats dan waar hij, verdachte, zich bevond) die woning betreden
en/of voornoemde tas met voornoemd geldbedrag weggenomen,
en/of
(op of omstreeks 3 december 2012 te Papendrecht in of nabij een woning gelegen
aan het [adres]))
[benadeelde 12] (geboren in 1927) en/of [benadeelde 13] (geboren in 1933) heeft/hebben
bewogen tot de afgifte van (een linnen tas met daarin) twee, althans één of
meer, portemonnee(s) met daarin onder meer een geldbedrag van ongeveer EUR
1.100, in elk geval een geldbedrag, en/of een rijbewijs en/of een ID-kaart,
en/of een sleutelbos, in elk geval één of meer sleutel(s), in elk geval van
enig goed, hebbende en/of zijnde verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar
met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk
en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- -
gebeld naar voornoemde [benadeelde 12] en/of [benadeelde 13] en/of zich daarbij
voorgedaan als een bonafide medewerker/ambtenaar van de gemeente, althans
van een soortgelijke instelling, en/of tegen die [benadeelde 12] en/of [benadeelde 13]
gezegd - kort en zakelijk weergegeven - dat er bij (de woning van) die
[benadeelde 12] en [benadeelde 13] waarschijnlijk een gaslek was en/of dat er gevaar zou
kunnen zijn voor een explosie en/of dat hij voor de zekerheid een
verzekering wilde afsluiten met een dekking van EUR 400.000, althans enig
geldbedrag, althans (steeds) woorden van gelijke aard of strekking, en/of
- -
vervolgens bij de woning van die [benadeelde 12] en/of [benadeelde 13] langs en/of naar
binnen gegaan en/of zich daarbij voorgedaan als bonafide medewerker /
ambtenaar van de gemeente en/of tegen die [benadeelde 12] en/of [benadeelde 13] heeft
gezegd en/of gevraagd - kort en zakelijk weergegeven - dat hij voor het
gaslek kwam en/of of zij, die [benadeelde 12] en/of [benadeelde 13], geld en/of sieraden
in huis hadden, althans (telkens woorden van gelijke aard of strekking) en/of
- -
vervolgens (nadat die [benadeelde 13] naar bovengenoemde (linnen) tas had gewezen (met
daarin voornoemde portemonnee(s)), deze tas gepakt en/of vervolgens de
woning verlaten,
(op of omstreeks 3 december 2012 te Rotterdam)
[benadeelde 15] (geboren in 1924) heeft/hebben bewogen tot de afgifte van één of
meer geldbedragen, in totaal ten bedrage van ongeveer EUR 23.000 en/of EUR
33.000, in elk geval van enig goed, hebbende en/of zijnde verdachte en/of zijn
mededader(s) toen aldaar met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven -
opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met
de waarheid
- -
gebeld naar voornoemde [benadeelde 15][benadeelde 3] en/of zich daarbij voorgedaan als een
bonafide medewerker/ambtenaar van de gemeente, althans van een soortgelijke
instelling, en/of tegen die [benadeelde 15][benadeelde 3] gezegd - kort en zakelijk weergegeven -
dat er nabij de woning van die [benadeelde 15][benadeelde 3] een gaslek zou zijn en/of dat er
gevaar zou kunnen zijn voor een explosie en/of dat hij een collega langs zou
sturen, en/of
- -
bij (de woning van) die [benadeelde 15][benadeelde 3] langsgegaan en één of meermalen tegen die
[benadeelde 15][benadeelde 3] gezegd dat er een kans op explosie was en/of dat hij sieraden en/of
geld moest pakken en daarna snel de woning moest verlaten, althans
(telkens) woorden van gelijke aard of strekking, en/of
- -
(nadat die [benadeelde 15][benadeelde 3] voornoemde geldbedragen had gepakt en/of op een kruk in
een hal, althans op een plaats in die woning had gelegd, en/of die [benadeelde 15][benadeelde 3]
even naar een andere etage was gelopen, in elk geval naar een andere ruimte
in de woning dan waar hij, verdachte, zich bevond) voornoemd(e) geldbedragen
weggenomen,
waardoor voornoemde [benadeelde 11] en/of [benadeelde 12] en/of [benadeelde 13] en/of [benadeelde 15][benadeelde 3]
(telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
en/of
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2012
tot en met 11 december 2012 te Papendrecht en/of Rotterdam, althans in
Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen :
(op of omstreeks 27 november 2012 te Papendrecht)
(een plastic tas met daarin één of meer enveloppen met daarin in totaal) een
geldbedrag van ongeveer EUR 9.000, in elk geval van enig goed, geheel of ten
dele toebehorende [benadeelde 11] (geboren in 1927) en/of haar echtgenoot, in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
en/of
(op of omstreeks 3 december 2012 te Papendrecht)
(een linnen tas met daarin) twee, althans één of meer, portemonnee(s) met
daarin onder meer een geldbedrag van ongeveer EUR 1.100, in elk geval een
geldbedrag, en/of een rijbewijs en/of een ID-kaart, en/of een sleutelbos, in
elk geval één of meer sleutel(s), in elk geval van enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan [benadeelde 12] (geboren in 1927) en/of [benadeelde 13] (geboren
in 1933), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
en/of
(op of omstreeks 3 december 2012 te Rotterdam)
één of meer geldbedrag(en), in totaal ten bedrage van EUR 23.000 en/of EUR
33.000, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 3][benadeelde 15] (geboren in 1924) en/of diens echtgenote, in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
- 2.
hij op of omstreeks 11 december 2012 te Arnhem,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
aanwezig heeft gehad ongeveer 1413 gram hasjiesj en/of 13,72 gram hennep, in
elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast
mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen
andere substanties zijn toegevoegd (hasjiesj) en/of hennep, zijnde hasjiesj
en/of hennep (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende
lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die
wet;