Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken
Artikel 5 [Voorschotbetaling kosten Waarderingskamer]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
19-12-2018, Stb. 2018, 514 (uitgifte: 28-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2018, Stb. 2018, 514 (uitgifte: 28-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Waardering onroerende zaken (V)
1.
De kosten van de Waarderingskamer worden aan de hand van de door haar vastgestelde begroting als bedoeld in artikel 26 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, in januari van het jaar waarop zij betrekking hebben, in voorlopige rekening gebracht aan de afnemers.
2.
De afnemers voldoen hun aandeel in de begrote kosten binnen vier weken.
3.
Na de goedkeuring door Onze Minister van het verslag van de Waarderingskamer als bedoeld in artikel 18 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, vindt de definitieve kostenverrekening plaats met de kosten van het jaar volgend op het jaar waarover dat verslag is vastgesteld.