NJB 2019/1381
Bij de beoordeling van een beroep op het vertrouwensbeginsel moeten drie stappen worden doorlopen. De eerste is de juridische kwalificatie van de uitlating en/of gedraging waarop de betrokkene zich beroept. Bij de tweede stap moet de vraag worden beantwoord of die toezegging aan het bevoegde bestuursorgaan kan worden toegerekend. Indien beide vragen bevestigend worden beantwoord, en er dus een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel kan worden gedaan, volgt de derde stap. In het kader van die derde stap zal de vraag moeten worden beantwoord wat de betekenis van het gewekte vertrouwen is bij de uitoefening van de betreffende bevoegdheid. Uitspraak na conclusie staatsraad advocaat-generaal
ABRvS 29-05-2019, ECLI:NL:RVS:2019:1694
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
29 mei 2019
- Magistraten
Mrs. Van Ettekoven, Polak en Verheij
- Zaaknummer
201802496/1/A1
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Omgevingsvergunning
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Omgevingsrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2019:1694, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 29‑05‑2019
- Wetingang
(art. 2.3a Wet algemene bepalingen omgevingsrecht)
Essentie
Bij de beoordeling van een beroep op het vertrouwensbeginsel moeten drie stappen worden doorlopen. De eerste is de juridische kwalificatie van de uitlating en/of gedraging waarop de betrokkene zich beroept. Bij de tweede stap moet de vraag worden beantwoord of die toezegging aan het bevoegde bestuursorgaan kan worden toegerekend. Indien beide vragen bevestigend worden beantwoord, en er dus een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel kan worden gedaan, volgt de derde stap. In het kader van die derde stap zal de vraag moeten worden beantwoord wat de betekenis van het gewekte vertrouwen is bij de uitoefening van de betreffende bevoegdheid. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.