RBP 2017/10
Verdeling huwelijksgoederengemeenschap. Inzage in bescheiden van de ander. In hoeverre is het nodig om in een procedure over de verdeling van een gemeenschap van goederen een verzoek of vordering ex art. 843a Rv in te stellen, of een soortgelijk verzoek of vordering, om te bewerkstelligen dat de andere deelgenoot inzage geeft in bepaalde bescheiden?
HR 09-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2830
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 december 2016
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, C.E. du Perron
- Zaaknummer
16/01401
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- JCDI
JCDI:ADS925465:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2830, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑12‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:985, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑10‑2016
- Wetingang
Essentie
Verdeling huwelijksgoederengemeenschap. Inzage in bescheiden van de ander.
In hoeverre is het nodig om in een procedure over de verdeling van een gemeenschap van goederen een verzoek of vordering ex art. 843a Rv in te stellen, of een soortgelijk verzoek of vordering, om te bewerkstelligen dat de andere deelgenoot inzage geeft in bepaalde bescheiden? Dient een dergelijk verzoek te voldoen aan (de vereisten van) art. 843a Rv om te worden toegewezen, als het wordt gedaan op grond van de (onbetwiste) stelling dat de betreffende bescheiden inzage geven in een bestanddeel van de gemeenschap dat nog verdeeld dient ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.