Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/697
Beklag, beslag ex art. 94 Sv op geldbedragen onder inmiddels overleden echtgenoot van klaagster. Strafvorderlijk belang bij voortduren van het beslag na overlijden verdachte en niet-ontvankelijkverklaring OM in de strafzaak om die reden?
HR 04-06-2019, ECLI:NL:HR:2019:837
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 juni 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, A.L.J. van Strien, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
18/01088
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS57492:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:837, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:168, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑04‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑08‑2018
- Wetingang
Essentie
Beklag, beslag ex art. 94 Sv op geldbedragen onder inmiddels overleden echtgenoot (de gewezen verdachte) van klaagster. Is er nog strafvorderlijk belang bij voortduren van het beslag na het overlijden van de verdachte en de niet-ontvankelijkverklaring van het OM in de strafzaak om die reden?
Samenvatting
Met het oordeel dat “— gelet op de inhoud van het dossier over de verdachte herkomst van het geld en de ongeloofwaardige verklaringen van de gewezen verdachte daarover — [er] nog steeds een strafvorderlijk belang [is] dat het geld niet wordt teruggegeven” is tot uitdrukking gebracht dat het belang van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.