BNB 2012/56
Rijnvarendenverdrag van toepassing als het schip mede in de rijnvaart wordt gebruikt. Onderneming waartoe het schip behoort. Vaststelling zetel onderneming. Betekenis E-106-verklaring voor rijnvarenden
HR 09-12-2011, ECLI:NL:PHR:2011:BQ2938, m.nt. P. Kavelaars
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 december 2011
- Magistraten
Mrs. Van den Berge, Tijnagel, Heisterkamp, Feteris, Koopman
- Zaaknummer
10/03927
- Conclusie
A-G Van Ballegooijen
- Noot
P. Kavelaars
- LJN
BQ2938
- JCDI
JCDI:ADS169255:1
- Vakgebied(en)
Premieheffing / Algemeen
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑12‑2011
ECLI:NL:HR:2011:BQ2938, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑12‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ2938, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 09‑12‑2011
- Wetingang
Art. 1 onderdeel m en art. 11 lid 2 Verdrag betreffende de sociale zekerheid van Rijnvarenden
Essentie
Rijnvarendenverdrag van toepassing als het schip mede in de rijnvaart wordt gebruikt. Onderneming waartoe het schip behoort. Vaststelling zetel onderneming. Betekenis E-106-verklaring voor rijnvarenden
Samenvatting
Belanghebbende, die in 2005 de Nederlandse nationaliteit had en in Nederland woonde, was in dat jaar werkzaam als stuurvrouw op een binnenvaartschip. Zij verrichtte die werkzaamheden in dienstbetrekking bij een Luxemburgse werkgever. Haar echtgenoot was eigenaar van het schip, dat met winstoogmerk werd gebruikt in de rijnvaart. In geschil is of belanghebbende in Nederland verzekerd en premieplichtig was voor de volksverzekeringen. Het hof heeft die vraag bevestigend beantwoord.