V-N 2018/60.8
Aandeelhouder kan volgens A-G verlies op middellijk gehouden lucratief belang niet in aftrek brengen
HR (Parket) 18-10-2018, ECLI:NL:PHR:2018:1175, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Parket)
- Datum
18 oktober 2018
- Zaaknummer
17/05803
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS929943:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑07‑2019
ECLI:NL:HR:2019:1228, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑07‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1175, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 18‑10‑2018
- Wetingang
art. 3.92b, 3.95b en 4.47 Wet IB 2001
Essentie
Advocaat-generaal Niessen concludeert dat X niets heeft opgeofferd voor het middellijk door hem gehouden lucratief belang, en dat hij dan ook geen verlies lijdt. Slechts de onmiddellijke houder van een lucratief belang offert namelijk een bedrag op ter verkrijging van een lucratief belang.
Samenvatting
Belanghebbende, X, houdt, via A bv en B bv, 10,47% van de aandelen in D bv. B bv heeft € 5,8 mln. voor deze aandelen betaald. X sluit een managementovereenkomst met B bv en D bv. Verder sluiten deze partijen een aandeelhoudersovereenkomst met een zogenoemde “ratchet”-bepaling. Naar aanleiding van een geschil wordt in 2011 besloten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.