Einde inhoudsopgave
Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds
Artikel 274 Ontwikkelingen die van belang zijn voor aanpassing
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
27-06-2014, Trb. 2014, 210 (uitgifte: 11-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-06-2016, Trb. 2016, 88 (uitgifte: 28-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
EU-recht / Marktintegratie
Internationaal publiekrecht / Algemeen
1.
Georgië ziet toe op de doeltreffende tenuitvoerlegging van de uit hoofde van titel IV (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van deze overeenkomst aangepaste nationale wetgeving en neemt alle maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat de ontwikkeling van het recht van de Unie in zijn nationale recht wordt weerspiegeld, overeenkomstig artikel 418 van deze overeenkomst.
2.
De Unie brengt Georgië op de hoogte van alle definitieve voorstellen van de Commissie tot vaststelling of wijziging van wetgeving van de Unie die van belang zijn voor de uit hoofde van titel IV (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van deze overeenkomst op Georgië rustende verplichtingen tot aanpassing van de wetgeving.
3.
Georgië brengt de Unie op de hoogte van maatregelen, met inbegrip van wetgevingsvoorstellen en administratieve praktijken, die van invloed kunnen zijn op de uitvoering van zijn verplichtingen uit hoofde van titel IV (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van deze overeenkomst tot aanpassing van de wetgeving.
4.
Op verzoek bespreken de partijen de gevolgen van alle in de leden 2 en 3 bedoelde voorstellen of maatregelen voor de wetgeving van Georgië of voor de nakoming van de verplichtingen uit hoofde van titel IV (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van deze overeenkomst.
5.
Indien Georgië, nadat een beoordeling op grond van artikel 273 van deze overeenkomst is verricht, zijn nationale wetgeving wijzigt teneinde rekening te houden met wijzigingen inzake de aanpassing van de wetgeving die zijn aangebracht in de hoofdstukken 3, 4, 5, 6 en 8 van titel IV (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van deze overeenkomst, verricht de Unie op grond van artikel 273 van deze overeenkomst een nieuwe beoordeling. Indien Georgië enige andere maatregel neemt die van invloed zou kunnen zijn op de tenuitvoerlegging en de handhaving van de aangepaste nationale wetgeving, kan de Unie op grond van artikel 273 van deze overeenkomst een nieuwe beoordeling verrichten.
6.
Wanneer de omstandigheden dit vereisen, kunnen de bijzondere voordelen die door de Unie zijn toegekend op basis van een beoordeling dat de wetgeving van Georgië is aangepast aan de wetgeving van de Unie en doeltreffend ten uitvoer is gelegd en gehandhaafd, tijdelijk worden opgeschort, indien Georgië zijn nationale wetgeving niet aanpast teneinde rekening te houden met wijzigingen inzake de aanpassing van de wetgeving die zijn aangebracht in titel IV (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van deze overeenkomst, indien uit de in lid 5 van dit artikel bedoelde beoordeling blijkt dat de wetgeving van Georgië niet langer is aangepast aan de wetgeving van de Unie of indien de Associatieraad nalaat een besluit te nemen tot bijwerking van titel IV (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van deze overeenkomst in overeenstemming met de ontwikkelingen van de wetgeving van de Unie.
7.
Indien de Unie voornemens is die voordelen op te schorten, stelt zij Georgië hiervan onverwijld in kennis. Georgië kan de aangelegenheid binnen drie maanden na de kennisgeving, met schriftelijke opgave van de redenen daarvoor, voorleggen aan het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken, zoals bedoeld in artikel 408, lid 4, van deze overeenkomst. Het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken bespreekt de aangelegenheid binnen drie maanden nadat deze aan hem is voorgelegd. Indien de aangelegenheid niet aan het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken wordt voorgelegd of indien de aangelegenheid niet door dit comité kan worden opgelost binnen drie maanden nadat deze aan hem is voorgelegd, kan de Unie overgaan tot opschorting van de voordelen. De opschorting wordt onverwijld ingetrokken, wanneer het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken de aangelegenheid vervolgens oplost.