NJB 2014/430:Personen wier identiteit niet blijkt art. 344a lid 3 Sv: dit omvat niet het geval waarin personen wier persoonsgegevens niet (volledig) zijn vermeld in het proces-verbaal van hun verklaringen, maar van wie vaststaat dat zij zodanig individualiseerbaar zijn dat de verdediging desgewenst hun verhoor als getuige kan verzoeken. Getuige gehoord op de voet van art. 190 lid 3 Sv: de omstandigheid dat een getuige (verbalisant A 3018) ook is gehoord door de rechter-commissaris op de voet van art. 190 lid 3 Sv, brengt mee dat aan het gebruik van het proces-verbaal, houdende de verklaring van de getuige (verbalisant A 3018) dezelfde eisen dienen te worden gesteld als aan het gebruik van verklaringen van beperkt anoniem verhoorde getuigen. Motivering art. 360 lid 1 Sv: daaruit dient de reden voor de beperkte anonimiteit te blijken en voorts dat de beperkte anonimiteit geen afbreuk heeft gedaan aan het ondervragingsrecht van de verdediging