RF 2015/46
Effectenlease. Is de bepaling dat bij tussentijdse beëindiging de resterende leasetermijnen toch verschuldigd zijn een oneerlijk beding? (Dexia/geïntimeerden)
Hof Den Haag 20-01-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:31
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
20 januari 2015
- Magistraten
Mrs. M.J. van der Ven, A.J.M.E. Arpeau, M.M. Olthof
- Zaaknummer
200.131.549
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS920351:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHDHA:2015:31, Uitspraak, Hof Den Haag, 20‑01‑2015
ECLI:NL:GHDHA:2014:2827, Uitspraak, Hof Den Haag, 02‑09‑2014
- Wetingang
Essentie
Effectenlease. Oneerlijk beding.
Is de bepaling dat bij tussentijdse beëindiging de resterende leasetermijnen toch verschuldigd zijn een oneerlijk beding?
Samenvatting
Tussenarrest. Vervolg op RF 2014/97 (Hof Den Haag 2 september 2014). Gedaagde heeft gesteld dat de bepaling in de algemene voorwaarden, waarmee Dexia na tussentijdse beëindiging van de leaseovereenkomst de resterende leasetermijnen kan vorderen, feitelijk een (oneerlijk) boete- c.q. schadevergoedingsbeding is in de zin van richtlijn 93/13/EEG. Immers, daarnaast moet ook de restanthoofdsom (gewoon) terugbetaald worden; gedaagde zou in zijn visie dan dubbel betalen. De rechter moet dit ex art. 6:233 BW ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.