NJB 2024/1893
Klaagschrift dat strekt tot teruggave van een onder een derde inbeslaggenomen geldbedrag: in casu heeft de rechtbank dit ten onrechte opgevat als een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv, nu ervan moet worden uitgegaan dat het doen van afstand van dit geldbedrag onderdeel is van een op de voet van art. 74 Sr tussen die derde en de officier van justitie afgesloten transactie om strafvervolging te voorkomen. Art. 552ab Sv is ook daarop van toepassing. Dat brengt mee dat de rechtbank het klaagschrift had moeten opvatten als een klaagschrift in de zin van die bepaling.
HR 10-09-2024, ECLI:NL:HR:2024:1154
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 september 2024
- Magistraten
Mrs. M.J. Borgers, A.L.J. van Strien, M. Kuijer
- Zaaknummer
22/04427
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:1154, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑09‑2024
ECLI:NL:PHR:2024:625, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 18‑06‑2024
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑07‑2023
- Wetingang
Essentie
Klaagschrift dat strekt tot teruggave van een onder een derde inbeslaggenomen geldbedrag: in casu heeft de rechtbank dit ten onrechte opgevat als een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv, nu ervan moet worden uitgegaan dat het doen van afstand van dit geldbedrag onderdeel is van een op de voet van art. 74 Sr tussen die derde en de officier van justitie afgesloten transactie om strafvervolging te voorkomen. Art. 552ab Sv is ook daarop van toepassing. Dat brengt mee dat de rechtbank het klaagschrift had moeten opvatten als een klaagschrift in de zin ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.