V-N 2020/4.8
Aanmerkelijk belang in VPB wordt gehouden om Nederlandse belastingheffing te ontgaan
HR 10-01-2020, ECLI:NL:HR:2020:21, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 januari 2020
- Magistraten
Koopman, Punt, Van Loon, Van Kalmthout, Faase
- Zaaknummer
18/00219
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS180641:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Dividendbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Belastingplichtige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:21, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑01‑2020
ECLI:NL:PHR:2018:830, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 05‑07‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑07‑2018
- Wetingang
art. 17 Wet VPB 1969
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat X bv het aanmerkelijk belang in E holding bv houdt met als voornaamste doel de IB-heffing of dividendbelasting bij A te ontgaan. Ook behoort het aanmerkelijk belang niet tot het ondernemingsvermogen van X bv. De dividenduitkering is dan ook terecht belast als inkomen uit aanmerkelijk belang bij X bv.
Samenvatting
De belanghebbende is een Nederlandse bv, waarvan de feitelijke leiding is verplaatst naar Luxemburg. Aandeelhouder is A, een natuurlijk persoon die vanuit Nederland via het Verenigd Koninkrijk naar Zwitserland is geëmigreerd, waar hij tot zijn overlijden woont. In 2012 ontvangt de belanghebbende van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.