RFR 2016/54
Familieprocesrecht. Wanneer is sprake van een ‘als een doen te beschouwen gedraging’ als bedoeld in art. 6:165 lid 1 BW?
HR 29-01-2016, ECLI:NL:HR:2016:147
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 januari 2016
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, G. de Groot
- Zaaknummer
14/01726
- Conclusie
A-G Wuisman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS923287:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:147, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑01‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2042, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑10‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑03‑2014
- Wetingang
Art. 6:96, art. 6:165 BW; art. 237-240 Rv
Essentie
Geestelijke tekortkoming. Onrechtmatige daad. Familieprocesrecht.
In hoeverre kan een daad worden toegerekend, als deze onder invloed van geestelijke of lichamelijke tekortkoming is verricht? Wanneer is sprake van een ‘als een doen te beschouwen gedraging’ als bedoeld in art. 6:165 lid 1 BW? Wanneer kunnen kosten van juridische bijstand van eerdere juridische procedures als schadevergoeding worden toegewezen?
Samenvatting
Partijen waren echtelieden. Na zijn vertrek uit de woning is de man met een tractor op de vrouw ingereden. De man is hiervoor strafrechtelijk veroordeeld. De vrouw is onder psychiatrische/psychologische en medische behandeling geweest. Na ontbinding van het huwelijk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.