NJ 2017/383
Aanbestedingsrecht. Meervoudige onderhandse aanbesteding. Heeft het Kadaster onrechtmatig gehandeld door een hem bekende partij niet uit te nodigen voor het doen van een offerte? Objectieve criteria.
HR 25-03-2016, ECLI:NL:HR:2016:503, m.nt. C.E.C. Jansen
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 maart 2016
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/05593
- Conclusie
A-G mr. L.A.D. Keus
- Noot
C.E.C. Jansen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS154305:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Aanbestedingsrecht / Selectie
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Aanbestedingsrecht / Aanbestedingsprocedure
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:503, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑03‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2411, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑12‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑10‑2014
- Wetingang
Essentie
Aanbestedingsrecht. Meervoudige onderhandse aanbesteding. Heeft het Kadaster onrechtmatig gehandeld door een hem bekende partij niet uit te nodigen voor het doen van een offerte? Objectieve criteria.
Op de onderhavige meervoudig onderhandse aanbesteding (het uitnodigen van daartoe geselecteerde aanbieders om een offerte te doen) is de Aanbestedingswet 2012 (Stb. 2012, 542) niet van toepassing nu de relevante feiten zich hebben voorgedaan vóór 1 april 2013, de datum van inwerkingtreding van deze wet. Niettemin dienen de daarin opgenomen uitgangspunten, in het bijzonder de beginselen van gelijke behandeling en transparantie, ook voor de periode voordien als geldend ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.