NJB 2019/375
Speelgoedvoorwerpen in de zin van art. 3 RWM jo de Speelgoedrichtlijn: bij de beoordeling of de veerdrukpistolen i.c. gelden als zodanige speelgoedvoorwerpen kon het hof betrekken dat voormelde veerdrukpistolen verpakt waren in dozen waarop door de fabrikant expliciet waarschuwingen zijn geplaatst dat vorenbedoelde voorwerpen niet geschikt/bestemd zijn om door kinderen jonger dan veertien dan wel achttien jaar te worden gebruikt. Voorts brengt de omstandigheid dat de veerdrukpistolen, althans de verpakkingen daarvan, zijn voorzien van een CE-markering niet met zich dat die veerdrukpistolen reeds daarom moeten worden aangemerkt als speelgoedvoorwerpen in de zin van art. 3 RWM jo de Speelgoedrichtlijn
HR 05-02-2019, ECLI:NL:HR:2019:177
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 februari 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers en A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
17/02480
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Bijzonder strafrecht / Wapens en munitie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:177, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑02‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:15, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑01‑2019
- Wetingang
Essentie
Speelgoedvoorwerpen in de zin van art. 3 RWM jo de Speelgoedrichtlijn: bij de beoordeling of de veerdrukpistolen i.c. gelden als zodanige speelgoedvoorwerpen kon het hof betrekken dat voormelde veerdrukpistolen verpakt waren in dozen waarop door de fabrikant expliciet waarschuwingen zijn geplaatst dat vorenbedoelde voorwerpen niet geschikt/bestemd zijn om door kinderen jonger dan veertien dan wel achttien jaar te worden gebruikt. Voorts brengt de omstandigheid dat de veerdrukpistolen, althans de verpakkingen daarvan, zijn voorzien van een CE-markering niet met zich dat die veerdrukpistolen reeds daarom moeten worden aangemerkt als speelgoedvoorwerpen in de zin van art. 3 RWM jo de Speelgoedrichtlijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.