JWB 2015/146
Insolventierecht
HR 17-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:1071
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 april 2015
- Zaaknummer
15/00565
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Insolventierecht (V)
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1071, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑04‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:490, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑03‑2015
- Wetingang
Art. 81 RO
Essentie
Insolventierecht
Samenvatting
Casus:
Verzoekster heeft de rechtbank verzocht de toepassing van de schuldsaneringsregeling uit te spreken. Dit verzoek is bij vonnis afgewezen. De rechtbank was van oordeel dat verzoekster niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij te goeder trouw was ten aanzien van het ontstaan van de totale schuldenlast. Het hof heeft het vonnis bekrachtigt.
Rechtsvraag:
Had het hof de toepassing van de schuldsanering moeten toekennen?
Beslissing:
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.