NJB 2023/1410
Beslagbeklag i.d.z.v. art. 94 jo 552a Sv en het ‘feit’ in art. 36c en 36d Sr: met het ‘feit’ wordt een begaan strafbaar feit bedoeld. De rechter die de onttrekking aan het verkeer beveelt, zal moeten vaststellen dat het inbeslaggenomen voorwerp in een in art. 36c of 36d Sr beschreven verband staat tot een begaan strafbaar feit. Gelet hierop is het kennelijke oordeel van de rechtbank in casu dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de inbeslaggenomen auto zal onttrekken aan het verkeer ontoereikend gemotiveerd, omdat de beschikking van de rechtbank niets inhoudt waaruit kan worden afgeleid dat de auto in verband staat tot een begaan strafbaar feit.
HR 23-05-2023, ECLI:NL:HR:2023:759
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 mei 2023
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, J.C.A.M. Claassens, C.N. Dalebout
- Zaaknummer
21/05004
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:759, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑05‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:342, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑03‑2023
- Wetingang
Essentie
Beslagbeklag i.d.z.v. art. 94 jo 552a Sv en het ‘feit’ in art. 36c en 36d Sr: met het ‘feit’ wordt een begaan strafbaar feit bedoeld. De rechter die de onttrekking aan het verkeer beveelt, zal moeten vaststellen dat het inbeslaggenomen voorwerp in een in art. 36c of 36d Sr beschreven verband staat tot een begaan strafbaar feit. Gelet hierop is het kennelijke oordeel van de rechtbank in casu dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de inbeslaggenomen auto zal onttrekken aan het verkeer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.