Einde inhoudsopgave
Reglement voor de procesvoering van het Gerecht
Artikel 101 Rogatoire commissie
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2015
- Bronpublicatie:
04-03-2015, PbEU 2015, L 105 (uitgifte: 23-04-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-03-2015, PbEU 2015, L 105 (uitgifte: 23-04-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
Het Gerecht kan, op verzoek van de hoofdpartijen dan wel ambtshalve, rogatoire commissies verlenen tot het horen van getuigen of deskundigen.
2.
De rogatoire commissie wordt bij beschikking verleend. Deze beschikking bevat de naam, de hoedanigheid en de woonplaats van de getuigen of deskundigen, de omschrijving van de feiten waarover de getuigen of deskundigen zullen worden gehoord, de namen van de partijen, hun vertegenwoordigers en hun adres, alsmede een summiere omschrijving van het voorwerp van het geschil.
3.
De griffier zendt de beschikking aan de bevoegde, in het Additioneel reglement bij het Reglement van de procesvoering van het Hof van Justitie genoemde instantie van de lidstaat op het grondgebied waarvan de getuigen of deskundigen moeten worden gehoord. Zo nodig doet hij de beschikking vergezeld gaan van een vertaling in de officiële taal of talen van de lidstaat waaraan de beschikking is gericht.
4.
De in lid 3 bedoelde instantie zendt de beschikking door aan de krachtens het nationale recht bevoegde rechterlijke instantie.
5.
De bevoegde rechterlijke instantie voert de rogatoire commissie uit volgens haar nationale recht. Na de tenuitvoerlegging zendt de bevoegde rechterlijke instantie de beschikking houdende de rogatoire commissie, alsmede de stukken die bij de tenuitvoerlegging daarvan zijn opgemaakt en een staat van kosten aan de in lid 3 bedoelde instantie. Deze stukken worden aan de griffier gezonden.
6.
De griffier draagt zorg voor de vertaling van de stukken in de procestaal.
7.
Het Gerecht draagt de kosten van de rogatoire commissie, onverminderd zijn bevoegdheid om deze in voorkomend geval ten laste van de hoofdpartijen te brengen.